Deze pagina verschaft informatie over Louis Couperus Italiaanse vertalingen. Van zijn werk kwamen, voor zover ik het kunnen vaststellen, slechts zes vertalingen tot stand. Drie titels aan het begin van de twintigstee eeuw: twee romans en een korte verhaal in een belangrijk tijdschrift. Een verhaal in 1927 in Prampolini’s bloemlezing. In 1945 de roman Van oude mensen de dingen die voorbij gaan. Ten slotte in 1970 een fragment uit De stille kracht. Voor een van onze beroemste schrijvers uit de eerste helft van de 20ste eeuw een schaars resultaat.
De vertaalde novelle ‘Een illuzie’ (zie n° 3) wordt begeleid door een introducerende tekst van E. Walch, die enige biografische notities over de schrijver geeft. Maar daar bllijft het niet bij. Walch citeert uitgebreid uit een interview dat Jan ter Brink met Couperus had gehouden. De schrijver vertelt aan Ten Brink over de Florentijnse filoloog Pio Rajna die, behalve enkele vakgenoten, in Italië vrijwel vergeten is.
In mijn bibliotheek vond ik het boekje uit oktober 1974 dat het Nederlands Instituut in Rome liet verschijnen vanwege de zeventigste verjaardag van het Instituut èn de herdenking van de vijftigjarige sterfdag van Louis Couperus, die viel in 1923.De uitgave past in het Italiaanse genre Invito alla lettura, letterlijk: Uitnodiging voor de lectuur, natuurlijk van de teksten van de auteur wiens naam ook de titel is. Het boekje werd bezorgd door Gerda van Woudenberg die de Italiaanse inleiding schreef en drie vertalingen opnam. Een selectie uit het Boek der kleine zielen, het verhaal ‘Mijn vriend Jan in Rome’ en het eerste hoofdstuk uit De komedianten.
Het Instituut liet het boekje in eigen beheer drukken. Het gevolg lag voor de hand: het bleef buiten het circuit van de Italiaanse boekhandel. De uitnodiging bereikte niet meer dan de kring rond het instituut en wellicht gaven de universitaire docenten Jeannette Koch en Gerda van Woudenberg exemplaren aan hun studenten.
Toen ik in oktober van 1982 voor het eerst het Instituut betrad, trof ik in het atrium een borstbeeld van Couperus aan. Een van de eerste personen met wie ik kennismaakte was Jeannette Koch. Zij bleek een Couperus specialiste. Zij promoveerde op de koningsromans. En natuurlijk wist zij alles over diens Romeinse verblijven. Later gaven wij haar boekje Met Couperus in Rome uit, want inmiddels hadden Maria Korporaal en ik de Italiaanse uitgeverij Apeiron Editori opgericht. Zie hier meer over het boekje.
De Italiaanse vertalingen
- Maestà, 1900. Milano: Fratelli Treves, 19022. Voorwoord van Anna Franchi. Oorspr.: Majesteit, 1893.
- Pace universale, 1902. Milano: Fratelli Treves, 19032. Met een essays van Giovanni Verga. Oorspr.: Wereldvrede, 1895.
- ‘Un’illusione‘, 1906. In Nuova Antologia, Rome, marzo 1906. Trad. it. di Estella Wissenburgh Lopes Suasso. Oorspr.: Eene Illuzie, novella, 1892. Hier de Nederlandse-tekst.
- ‘Il vecchio trofimo’, 1927. Trad. ìtal. di Giacomo Prampolini. In: Giacomo Prampolini, La letteratura oIandese fiamminga. Roma: Stock, 1927.
- Vecchia gente e le cose che passano, 1945. Milano: Caregaro. Italiaanse versie van Adele Cortese Rossi. Voorwoord: Stephen McKenna. Oorspr.; Van oude mensen de dingen die voorbij gaan.
- ‘La potenza oscura’, 1970.
- Louis Couperus: Invito alla lettura, 1974. Roma: Istituto Olandese di Roma. A cura di Gerda van Woudenberg. Bevat: ‘La pazzia di Ernst’, ‘Mio amico Jan a Roma’ en ‘La taverna di Nilus’. Gabriella Antonelli vertaalde de eerste twee, Adriaan H. Luijdjes de laatste tekst.
Aantekeningen bij Louis Couperus Italiaanse vertalingen van zijn werk
- Over Pio Rajna een biografisch lemma (2016) in de Treccani (Italiaans).
- Zie over Couperus eveneens in de Enciclopedia Italiana het lemma uit 1931, geschreven door J. L. Walch. Klik hier.