Albert Verwey overtuigend gebloemleesd in het Italiaans

Het onderstaande artikel Albert Verwey overtuigend gebloemleesd verscheen op 21 juli 2021 in het online tijdschrift Neerlandistiek, zie hier. Ik heb enkele storende fouten verbeterd, maar verder bleef de tekst ongewijzigd.

Giorgio Faggin

In Italië hebben wij een vertaler die Albert Verwey in zijn hart heeft gesloten. Begin juli viel zijn bloemlezing Cara terra uit de lyriek van de Noordwijkse dichter in de bus.

Albert Verwey overtuigend gebloemleesd in het Italiaans

Zijn naam is Giorgio Faggin. Zijn eerste Verwey-vertalingen verschenen in 2012 in het Milanese literaire tijdschrift Hebenon. Hij publiceerde toen negen gedichten. De neerlandicus Marco Prandoni, hoogleraar aan de Universiteit van Bologna, plaatste onze dichter voor de Italiaanse lezers in een beknopte maar duidelijke literair-historische context. Maar Faggin zat niet stil. In 2015 publiceerde hij een mooie en evenwichtige bloemlezing uit het werk van acht Tachtigers, inclusief lyriek van Verwey.

Er waren al eerder enkele vertalingen verschenen. Ik noem die van Giacomo Prampolini uit 1927, zeven gedichten omgezet in proza. En dan Massimo Spiritini, die twee gedichten vertaalde en ze in 1939 publiceerde. In 2016 verscheen in een Romeins tijdschrift een gedicht vertaald door Marco Brancaleone. Dit magere resultaat laten we voor wat het is en richten nu onze aandacht op Giorgio Faggin, die met de bundel Cara terra het aantal in het Italiaans vertaalde gedichten van Verwey van acht op vijfenveertig brengt.

De titel

De titel Cara terra lijkt mij welgekozen en met aandacht voor onze tijd. We vinden de titel terug in het eerste vers van Verweys gedicht Aarde (p. 6-7), vertaald als Terra:

Se non ti amassi tanto, cara terra, […]

dat correspondeert met:

Als ‘k u zo lief niet had, mijn aarde, zou ik […]

Hier zien wij direct een essentiële karakteristiek van Faggins aanpak. Hij vertaalt niet letterlijk, want dan zou er immers hebben gestaan: mia terra. Niet alleen past ‘cara’ beter in het ritme van de vijfvoeter, maar bovendien geeft het adjectief een algemene affectieve waarde aan ‘aarde’ door het los te maken van het beperkende ‘mijn’. Tegelijk wordt echter het individuele aspect van de affectie behouden. Hij laat het beklemtoonde ‘zo’ weg, en terecht, want dat zou het ritme maar verstoren.

Faggin hecht veel belang aan ritme in zijn vertalingen en dat is indachtig Verwey, die immers schreef ‘Metrum is iets dat niet bestaat, het eenige wat bestaat is ritme.’ (Verwey, 1931, p. 9) Ook al nam hij dat later enigszins terug. Faggin laat zich ook niet verleiden tot pogingen om aan het eindrijm vast te houden. Ook al een verstandige keuze, want dat leidt soms tot desastreuze gevolgen. Na lezing van Faggins vertalingen van Verweys gedichten – in totaal vierenveertig – en zijn selectie van de Tachtigers, lijkt het mij gerechtvaardigd te zeggen, dat door zijn uitstekende kennis van zowel de bron- als de doeltaal zijn vertalingen zeer geslaagd zijn.

Stille nacht

Faggin weet bovendien fraaie oplossingen te bedenken voor lastige probleempjes. Een mooi voorbeeld is het laatste gedicht in de bundel. Ik zet de beide versies onder elkaar.

Stille nacht

Er zijn zo hoge tonen
En zo lage
Dat mensenoren
Ze niet horen.
Mogelijk wonen
In bos of hage
Vogels voor ons verborgen
Zingende tot de morgen.

En de vertaling:

Notte silenziosa

Echeggiano nei boschi e nelle siepi
suoni talmente alti,
toni così profondi,
che non c’è orecchio umano che li ascolti.
Chi canta? Sono forse
invisibili uccelli
che all’uomo si nascondono
e cantano finché non spunta il giorno.

Terwijl Faggin het gewoonlijk met minder woorden toe kan, heeft hij er hier tien meer nodig. In dit geval zijn de samenstellingen niet van invloed. Het woord ‘mensenoren’ wordt in het Italiaans ‘orecchio umano’. Het adjectief ‘umano’ neemt het meervoud voor zijn rekening, ook al is ‘orecchio’, ‘oor’, enkelvoud. In de Nederlandse versies van de gedichten tel ik een dertigtal samenstellingen waaronder ‘lichtgespeel’, ‘zonnevuur’, ‘stralenroos’. Veel van deze woorden zijn obsoleet geworden, zoals ‘zeegezang’ (p. 49). Maar Faggin vindt gewoonlijk elegante oplossingen. Dit aspect van het vertalen zou zeker meer aandacht verdienen.

Herschrijven

Faggin heeft de twee Nederlandse volzinnen in Stille nacht herschreven en de inhoud van het gedicht adequaat overgebracht. Vers 5 begint echter met de vraag: Chi canta?, Wie zingt er?, maar de vraag is niet aanwezig in het origineel! Het is een fraaie vondst, die past in de logica van de Italiaanse versie. Verweys ‘Mogelijk’ impliceert deze vraag tot op zekere hoogte. In het Italiaanse ‘forse’ (misschien) bespeuren we een dergelijke connotatie, maar zeer zwak. Zonder de vraag ‘Chi canta?’ zou het vers aanzienlijk minder duidelijk zijn en het gedicht er ritmisch onder lijden. De vraag Chi canta? is een uitstekend gekozen oplossing om het antwoord op het raadsel in de eerste volzin van het gedicht te introduceren en net als Verweys ‘Mogelijk’ (vs 5) volledig toegerust op de taak van keerpunt. Verwey gebruikt het procedé overigens ook zelf. Zie vs 1 van het gedicht De Liefdegift, Il dono dell’amore:

Geluk? Ik heb het u gegeven

door Faggin zònder de vraag vertaald als

Te l’ho donato la felicità

in de voltooid tegenwoordige tijd en een poëtische woordvolgorde. Naar mijn gevoel een uitstekende weergave in de doeltaal.

Lofzang

Met de woorden een ‘lofzang op het leven’, un inno alla vita, karakteriseert de eerder genoemde Marco Prandoni het werk van Albert Verwey. Faggin citeert deze woorden aan het begin van zijn nawoord (p. 80-83),  waarin hij uitlegt waarom Verwey in zijn tijd populair was.

In de gedichten vindt men het thema ‘lofzang’ op het leven terug. Bijvoorbeeld in een gedicht uit 1903 over de vraag of dan toch echt àlles vergankelijk is. Vers 1: ‘Helaas, elk tijdlijk ding vergaat’. Maar tegenover het tijdelijke stelt Verwey de Eeuwige Liefde, die hij in het Leven ziet. Ik laat in beide versies het eerste kwatrijn weg:

[…] Eppure t’amo, Vita, che fai vivere
nel tutto anche me stesso;
ti amo perché sempre
tremi in ogni creatura.

Ti amo perché sempre
l’umanità diversa tieni unita;
ti amo perché ognora sento in te
l’Amore Eterno.

En het origineel:

[…] Ik heb u lief, Leven dat leeft
In elk ding als in mij –
Ik heb u lief die nacht en dag
Door alle levens leeft.

Ik heb u lief die nacht en dag
Oneenbre wezens eent –
Ik heb u lief in wien ik steeds
De Eeuwige Liefde zag.

De Idee

Sinds Vestdijks studie over Verwey kunnen we het motief Eeuwige Liefde benoemen met het  begrip ‘Idee’, dat volgens hem dè karakteristiek van Verweys werk is. Maar er is meer. Het lijkt mij, dat we bij de typering van Prandoni ook het lijden en de dood moeten betrekken, want dat zijn immers dimensies van het leven.

Ik geloof overigens dat Faggin dat goed heeft aangevoeld, want hij neemt in zijn bloemlezing vier gedichten op met het motief dood: [Bedenk hoe schoon wanneer wij zijn gestorven] (pp. nl: 24-it: 25), De gestorvenen (44-45), Bij de dood van een kind (56-57) en Schuif op naar ’t graf (pp. 74-75), en één over het lijden: De last van het leed (54-55). En we kunnen bij ‘lofzang’  ook gedichten over de ‘aardse’ liefde betrekken: Het aarde-lief (30-31), Verliefden (36-37), De liefdegift (66-67), maar zeker ook Weerkeer (38-39). De onlosmakelijkheid van leven en dood vinden we ook in het gedicht Waar in de laagten mensen wonen, uit de bundel De weg van het licht uit 1922. De laatste strofe luidt aldus:

Daar is ’t een derven en verwerven
Niet anders dan van ’t eerste paar,
En schoon als t‘ leven komt het sterven
Voor mens en dier als voor het jaar.

Door Faggin vertaald als:

Acquisto en privazione ci saranno
sempre per tutti dacché mondo è mondo.
E bello come il vivere, il morire
coglierà l’uomo, l’animale e il tempo.

En om af te sluiten: Faggin selecteerde voor deze bundel tevens een aantal gedichten waarin de natuur centraal staat. Ik noem er twee: De zee (40-41) en De boom (52-53). En het is zeker geen toeval dat Faggin het gedicht Dante opneemt. Niet alleen omdat Verwey de Divina Commedia in het Nederlands vertaalde, maar 2021 is het 700 honderdste geboortejaar van de Dichter.

Tot slot

Faggin presenteert in totaal 37 gedichten: vijfentwintig ongepubliceerde en de twaalf die in 2012 verschenen in het tijdschrift Hebenon. Strikt genomen tel ik negentien ongepubliceerde gedichten, want zes verschenen eerder in de bundel van 2015. Het zij Faggin vergeven, want Cara terra is een uitstekend werkstuk, dat een chronologisch gerangschikte keuze biedt uit vijftien van Verweys bundels die gaan van 1896 tot 1936. De vertaler geeft voor alle gedichten nauwkeurig aan uit welke bundels ze afkomstig zijn. Daarmee krijgt de Italiaanse lezer een met zorg samengestelde en naar mijn mening bewonderingswaardig vertaalde selectie uit de omvangrijke lyrische productie van Albert Verwey, die in Giorgio Faggin een Italiaanse toegewijde heeft.

Bibliografie Albert Verwey overtuigend gebloemleesd

  1. Maurizio Brancaleoni, “‘Io sono un Dio’: La poesia degli Ottantisti”. In: Quaderni del Premio Letterario Giuseppe Acerbi, vol. 26 (2016), pp. 78-87.
  2. Giorgio Faggin, “Cara Terra. Liriche scelte di Albert Verwey”. In: Hebenon, XVII (2012) 9-10, pp, 61-73.
  3. Giorgio Faggin, Gli Ottantisti (Tachtigers), Vicenza: Accademia Olimpica, 2015, pp. 34-45.
  4. Marco Prandoni, “Albert Verwey”. In: Hebenon, XVII (2012) 9-10, pp. 56-60.
  5. Giacomo Prampolini, La letteratura olandese e fiamminga (1880-1924), Rome: Stock, 1927, pp. 15-18. [Prampolini neemt prozavertalingen van zeven van Verwey’s gedichten op.]
  6. Massimo Spiritini (red.), Poeti del mondo: Interpretazioni di lirici. Milaan: Garzanti, 1945² (1939¹). [Bevat gedichten van: J. Perk, W. KIoos, H. Schwartz, F. van Eeden, L. Couperus, A. Verwey, H. Roland-Holst van der Schalk, P.C. Boutens, M. Nijhoff, L. de Bourbon, G. Gezelle, K. van de Woestijne, K. van den Oever e M. Gijsen.]
  7. Albert Verwey, Ritme en metrum, 1931. [Uitgave geciteerd op db.nl.]
  8. Albert Verwey, Cara terra. Novi Ligure: Joker edizioni, 2020. Bezorgd en vertaald door Giorgio Faggin.
  9. Simon Vestdijk, Albert Verwey en de Idee. Amsterdam: Polak & Van Gennep, 1965² (1939¹).

Aantekeningen bij Albert Verwey overtuigend gebloemleesd

  • Zie hier een andere post over Verwey en paus Franciskus.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.