Eugenio Montale over poëzie. Een interview uit 1931

In de zomer van 1931 begon de redactie van het Turijnse dagblad La Gazzetta del Popolo, De Volksgazet, met een onderzoek naar de staat van de  poëzie in de wereld. De enquète kreeg de naam ‘Wereldwijd onderzoek naar de poëzie’. Hoeveel vragenlijsten er werden verstuurd, vermeldt de krant niet. De lijst bevatte vier vragen waarop wereldwijd zes Lees verder “Eugenio Montale over poëzie. Een interview uit 1931”

Eco Gedichten over filosofen en schrijvers

In de  jaren vijftig schreef Umberto Eco (1932-2016) een aantal gedichten over filosofen. Ze verschenen in 1958 in een beperkte oplage met de titel Filosofi in libertà. In de jaren zestig publiceerde hij in een tijdschrift opnieuw een aantal gedichten, maar ditmaal over schrijvers. En in 1992 ten slotte zette hij alles bij elkaar in een bundel, inclusief een aantal tekeningen. In januari 2022 kwam er van deze vermakelijke Eco Gedichten over filosofen en schrijvers een elegant uitgegeven nieuwe editie.  

Eco Gedichten over filosofen en schrijvers

Het eerste hoofdstuk bevat gedichten over veertien filosofen en filosofische stromingen en de vijftien tekeningen die Eco maakte tijdens de congressen en symposia die hij bijwoonde aan de Universiteit van Turijn. In het voorwoord van de uitgave van 5 januari 1992, en hier weer opgenomen, schreef hij dat hij zeker tien keer zoveel tekeningen had gemaakt. In het tweede hoofdstuk gedichten over Schrijvers en enkele liedteksten.  Zonder illustraties.

Eco liet zich inspireren door de werken van de filosofen en de schrijvers die hij goed kende. Zijn keuze loopt van de voorsocratici tot de analytische taalfilosofen. Ik geef hieronder het lijstje met de namen.

De filosofen (pp. 13-138)

De Presocratici
Aristoteles
Anselmus van Aosta
Thomas van Aquino
Andere Scholastici
Roger Bacon
René Descartes
Giambatista Vico
Emanuel Kant
Georg Friedrich Hegel
Karl Marx
Benedetto Croce
Het existentialisme
Analytische taalfilosofen

De schrijvers (pp. 139-218)

Marcel Proust
Thomas Mann
James Joyce
Koning Oidipus
Dante over Sausure
Alessandro Manzioni
Kleine draagbare metafysiek
Chansons à boîre voor wetenschappelijke congressen


De gedichten zijn fraaie voorbeelden van Eco’s virtuositeit. Bovendien geven ze aan hoe hij in deze poëtische context met de gekozen filosofen en schrijvers omgaat. Dat doet hij met kennis van zaken, met ironie en met een taalvaardigheid waarop menigeen jaloers zal zijn.

Uit de verzameling teksten neem ik de vijf aan Descartes gewijde strofen over. Ze staan op de pagina’s 69-72. Natuurlijk kan ik in mijn vertaling zijn niveau niet evenaren. Eco laat zijn verzen rijmen, maar daarin volg ik hem niet. De Nederlandse vertaling zou daardoor kampachtig worden en te maken krijgen met verlies van betekenis. Ik hoop wel iets van het ritme en vooral van de ironie te hebben overgebracht.

Rene Descartes

Rene Descartes
deze vreemde filosoof
bedacht op een dag
een ijdeltuitig plan ;
hij ontkende één voor één
alle dingen reeds toegestaan
en liet slechts toe:
“Als ik denk, ben ik hier.”
Uitgaande van deze redenering
van zeer heldere evidentie
ontwikkelde hij
zijn variant van wetenschap,
de vloer aanvegende
met vage of kleurloze ideeën
kiezend voor alleen
de heldere en duidelijke.
Uitgaande van deze noties
gaf hij ons, één voor één,
de redenen
voor een gave methode
ter verheldering
van allerlei problemen,
dat zeggend met een air van
’t zijn perfecte theorema’s.

Zijn vriend Pascal vond
deze concepten
zeker niet volmaakt,
en zeer slecht doordacht,
want op de ontdekking
van de more geometrico
reageerde hij openlijk met
de redenen van het hart.


En in een staat van wanhoop
over ’s werelds feiten
verzamelde hij zijn ideeën
op een diepzinnige toon
en gaf hij eigenlijk,
met zijn pessimisme,
reden voor verdenkingen
van een fraai jansenisme.
En men vergiste zich niet,
want hoe ’t ook zij
men zag hem kuipen
met lieden van Port-Royal.

Descartes en Pascal
zijn dus kampioenen
dit in ’t algemeen gezegd
van strijdige opinies.
Enerzijds de verwezenlijkheid
van het intellect,
anderzijds ’n verhaal
van kwijnenden, 
van toeziende mensen
– als je ze kon horen ! –
met een angstige ziel
aan de rand van de afgrond.

Maar ik denk ook
dat de gewone mens,
elk eender gemaakt, lijkt op
Descartes en Pascal :
dat hij twijfelt is goed
en strekt hem tot eer,
maar luisteren naar de stem
van zijn hart geeft baat.

De Italiaanse versie van Rene Descartes  hier in een pdf.

Aantekeningen bij Umberto Eco Gedichten over filosofen en schrijvers

  • Umberto Eco, Filosofi in  libertà seguito da Scrittori in libertà, La nave di Teseo, Milano 2022. 
  • Voor andere artikelen over Umberto Eco op deze website zie hier en hier.

 

Rome 1898 wat gebeurde er in de hoofdstad

Op onderstaande pagina Rome 1898 wat gebeurde er in de hoofdstad meer berichten.

10 januari

  • Op deze dag voltooit men de bouw van het Theater Adriano in de wijk Prati. De architect Luigi Rolland was de bouwmeester. Het theater ligt aan het hedendaagse Piazza Cavour en is nu een bioscoop.

25 mei

  • Het bedrijf Società Anglo-Romana per l’Illuminazione di Roma col Gaz ed altri sistemi verwerft de concessie voor de elektrische verlichting van de stad.

29 juni

  • Eerste minister Rudinì treedt definitief af en de regering van Luigi Pelloux (1839-1924) treedt aan.

20 augustus

  • Op deze dag werd de kerk van San Gioacchino in de wijk Prati ingewijd. De architect Raffaele Inganni (1836-1908) maakte het ontwerp. In de kerk bevindt zich een kapel gewijd aan Willibrord.

Rome 1898 wat gebeurde er in de hoofdstad

22 november

  • De opera Iris van Pietro Mascagni (1863-1945) krijgt zijn wereldpremière in het theater Costanzi, tegenwoordig het Teatro dell’Opera.

18 december

  • Wet tot goedkeuring van het nieuwe plan voor de inrichting van het monumentale gebied van Rome.

31 december

  • De stad telt 500.610 inwoners.

Ga naar het jaar 1899.

Aantekeningen bij Rome 1898 wat gebeurde er in de hoofdstad

  • Over de kerk San Gioacchino bestaat deze wikipediapagina in het Nederlands. Zie vooral ook: Alberto Tagliaferri, Guide rionali di Roma. Rione XXII Prati. Roma: Fratelli Palombi Editori, 1994, met name pp. 30-41.