Stationsplantsoen van Marino Moretti Een gedicht uit 1911

Meer dan een eeuw

Uit het jaartal in de titel van deze post blijkt, dat dit gedicht 111 jaar Stationsplantsoen van Marino Moretti een gedicht uit 1911geleden voor het eerst gepubliceerd werd. Marino Moretti (1885-1979) stond in de traditie van de zogenaamde ‘schemerdichters’. Zij kwamen in verzet tegen de in die tijd dominerende hoogdravende lyriek waarvan D’Annunzio de belangrijkste exponent was. Men kan Stationsplantsoen van Marino Moretti een goed voorbeeld noemen van de nadruk op het alledaagse en het gewone dat bij hem en zijn medestanders de hoofdrol speelde. Motieven als de eenvoud, droefheid, nostalgie, grijze luchten en regen, treft men in zijn dichtwerk aan.

De italianist Frans van maakte van deze compositie een Nederlandse versie, die hij afdrukte in zijn bloemlezing Gepolijst albast.  Dit is zijn vertaling:

Stadsplantsoen

’t Stationsplantsoen van San Giovanni of San Siro,
waar overal de passiebloemen bloeien, wordt

omgeven door een schrale heg van tenger riet
waardoor zich rozige akkerwinden slingeren.

In ’t midden blinkt de ronding vàn een stille vijver,
waarin bij ’t dunne waterstraaltje een bloemblad valt.

En ’t is of de adem van de voorjaarsbries de vlinders
naar de mimosa, kamperfoelie en cactus blaast,

en ‘r zonlicht uit een rijk van goud, opaal of blauw
er als een sterveling door ’t hek naar binnen komt,

terwijl ’t goedig stationnetje, dat roze oprijst,
bedeesd de naam van zijn patroonheilige fluistert.

xxxxx

En wij, wij gaan wie weet waarheen met onze illusies,
steeds weer op zoek naar nieuw geluk, naar nieuwe steden,

naar ’t onbekende en de avondstond, terwijl ’t plantsoen
wanneer je er uit de trein naar kijkt, zindert van lente.

Er loopt een meisje rond, dat onbekommerd lacht
en zich niet drukmaakt om de trein of wat dan ook.

’t Stationsplantsoen van San Martino of San Celso
met die cipres of die moerbeiboom die de wacht houdt,

een ingetogen tuin die rustig luistert naar
de stem van ‘r waterstraaltje en ’t brommen van de hommel!

Wie stapt voorgoed de trein uit om jouw fris gezicht,
o dochtertje van de stationschef, lief te hebben?

Aantekeningen bij Stationsplantsoen van Marino Moretti

  • De dichter Marino Moretti was mede aanleiding tot het ontstaan van het woord schemerdichters. De literatuurcriticus en germanist G.A. Borgese (1882-1952) nam in een beroemd geworden bespreking uit 1910 Moretti’s dichten op de korrel. Zie hier voor meer informatie over deze stroming.
  • Het gedicht verscheen in de bundel Poesie di tutti i giorni, Gedichten van elke dag. In de titel herkent men direct een product van een zogenaamde ‘schemerdichter’.
  • Voor de bloemlezing van Frans van Dooren zie hier.

 

Acht eeuwen Italiaanse poëzie door Frans van Dooren

Bijna 400 pagina’s Italiaanse poëzie in het Nederlands in één band. Deze bloemlezing – Gepolijst albast. Acht eeuwen Italiaanse poëzie – ontstond in krap twee decennia: van 1973 tot 1992. Frans van Dooren (1934-2005) publiceerde ruim de helft van de opgenomen vertalingen eerst in literaire tijdschriften. De rest kwam met het oog op deze bundel tot stand en was dus onuitgegeven.

Acht eeuwen Italiaanse poëzie

De bloemlezing biedt naar zijn zeggen een ‘representatief tableau’ van acht eeuwen Italiaanse poëzie. Hij verdeelde die in vijf perioden (tussen haakjes het aantal dichters):

I. De Middeleeuwen en Dante (22)
II. Humanisme en Renaissance (27)
III. Van Contrareformatie tot Verlichting (27)
IV. Van Romantiek tot Decadentisme (20)
V. De Twintigste Eeuw (30)

Van Dooren maakt een onderscheid tussen wat hij noemt de ‘poëtische genieën’ en de anderen. Dit zijn zijn topdichters:

Dante Alighieri
Francesco Petrarca
Ludovico Ariosto
Torquato Tasso
Giuseppe Parini
Ugo Foscolo
Giacomo Leopardi
Eugenio Montale

De overige dichteressen en dichters zijn er in totaal 116.

Van Doorens visie op vertalen

Onvermijdelijk de vraag wat de keuze voor opname in de bloemlezing bepaalde. Als ik het goed zie, liet Van Dooren zich leiden door drie overwegingen: zijn persoonljke voorkeur, de ‘vertaalbaarheid’ en de begrijpelijkheid.

Hij geeft in het nawoord ook inzicht in zijn visie op het vertalen. Zijn uitgangspunt is dat ‘formele en muzikale elementen van de poëzie doorslaggevend zijn voor de kracht van een poëtische boodschap’ (p. 443). Vorm en klank zijn dus richtinggevende criteria bij zijn vertaalwerk geweest. Dat leidde er onder andere toe dat hij met de algemene opbouw van een gedicht, de rijmschema’s en de versmaten terdege rekening hield.

Het is bijna overbodig te zeggen, dat Van Dooren zich niet kon vinden in de letterlijke vertaling van poëzie, want dat zou naar zijn zeggen geen poëzie opleveren. Hij spreekt liever van herdichten. Hij somt in dit verband drie interessante tegenstellingen op :

Speelse bewerking boven schoolse reproductie
Artistieke herschepping boven wetenschappelijke blauwdruk
Synthetisch-globale weergave boven analytisch-exacte omzetting

Volgens Van Dooren kan men bij het vertalen van poëzie niet heen om de subjectieve component. Het pleit voor hem, dat hij dit aan de lezers van zijn acht eeuwen Italiaanse poëzie van meet af aan duidelijk maakt. Zijn bundel bevat natuurlijk gedichten die ook — eerder of later — door anderen werden vertaald. Vergelijking met andermans versies is niet alleen een genoeglijke bezigheid, maar scherpt bovendien het kritisch vermogen. Beheerst de lezer of lezeres beide talen, dan komt er nog eens een dimensie van leerzaamheid bij.

Acht eeuwen Italiaanse poëzie door Frans van Dooren

In dit weblog verwijs ik meer dan eens naar Van Doorns werk, maar het gaat mij dan bijna altijd om de Italiaanse poëzie uit de 20° eeuw.

Aantekeningen bij Acht eeuwen Italiaanse poëzie

  • Frans van Dooren, Gepolijst albast: Acht eeuwen Italiaanse poëzie. Baarn: Ambo, 1994. [Het boek is alleen nog antiquarisch verkrijgbaar.]
  • Van dezelfde auteur: Frans van Dooren, Geschiedenis van de klassieke Italiaanse literatuur. Amsterdam: Atheneum-Polak & Van Gennep, 1999. Zie hier voor een recentie van Kees Fens in De Volkskrant van vrijdag 19 november 1999.
  • Harold Hendrix schreef dit korte artikel over Frans van Dooren na de toekenning van de Martinus Nijhoff prijs voor vertalen. Zie hier voor het artikel in het tijdschrift Incontri.
  • Over de vertaler hier een Brabantse website.
  • Zie hier een wikipediapagina over Frans van Dooren.

 

Italiaanse schrijfsters en schrijvers. Een overzicht

Overzicht van ‘mijn’ Italiaanse schrijfsters en schrijvers van verhalend proza en poëzie. Maar ook auteurs van essays en ander werk staan in de lijst. Het lijstje groeit  gaandeweg. De gelinkte achternaam geeft een pagina met enige informatie over de auteur. Een titel of sleutelwoord achter de naam geeft een vertaling of een artikel. Het woord Levensloop geeft een chronologie van het leven van de auteur. De niet gelinkte namen wachten op bewerking. Er is hier bescheiden link-pagina over stromingen binnen de Italiaanse poëzie.

Klik op een letter of ga door de lijst

ABCDE – F – G – H – I – J – K – LM

N – O – PQRST UV – W – X- Z


A
Sibilla Aleramo.  Kracht in mij om lief te hebben.
Corrado Alvaro.

B
Maria Elena Bellelli.
Dario Bellezza : Over Pasolini.
Luciana Breggia.
Ignazio Buttitta : Poezen-poëzie.

C
Maria Grazia Calandrone.
Dino Campana.
Carlo Chiaves.
Vincenzo Cardarelli
Elena Clementelli.
Giuseppe Conte.
Sergio Corazzini: Dialoog tussen marionettenBekendmakingDe kat en de maan

D
Alba de Céspedes.
Emilio De Marchi
Grazia Deledda.

E
Umberto Eco : Naam van de Roos + Antisemitisme + Poëzie.
Luciano Erba : Poezen-poëzieTreinen.
F
Ennio Flaiano.
Titti Follieri.
Franco Fortini : Poezen-poëzie + Twee gedichten.
G
Giulio Gianelli.
Natalia Ginzburg : In therapie. Pantoffels
Alfredo Giuliani.
Corrado Govoni : De genoegensHet trompetje – Verlaten straat.
Guido Gozzano.
Antonio Gramsci.

J
Piero Jahier
Valerio Jahier

L
Lucrezia Lerro
Carlo Levi
Giacometta Limentani
Mario Luzi

M
Valerio Magrelli
Curzio Malaparte
Dacia Maraini
Filippo Tommaso Marinetti
Tito Marrone
Fausto Maria Martini
Carlo Michelstaedter
Eugenio Montale: Twee gedichten + Interview over poëzie.
Elsa Morante
Marino Moretti : Stationsplantsoen + Spoorboekje
Alberto Moravia

N
Ada Negri
O
Nino Oxilia

P
Aldo Palazzeschi
Giovanni Papini
Giovanni Pascoli : X Augustus
Pier Paolo Pasolini : Levensloop + Alle artikelen
Sandro Penna
Cesare Pavese
Luigi Pirandello
Antonio Porta
Antonia Pozzi
Giacomo Prampolini

Q
Salvatore Quasimodo : Mens van mijn tijd

R
Domenico Rea
Ermanno Rea
Clemente Rebora
Nelo Risi : Poezen-poëzie
Gianni Rodari : Poezen-poëzie – Schilder Sironi – Gedicht
Amelia Rosselli: Over Pasolini. Twee gedichten.
Franco Ruffini

S
Umberto Saba (1883-1957)
Edoardo Sanguineti
Camillo Sbarbaro
Leonardo Sciascia
Scipione (Gino Bonichi) : Colosseum.
Clara Sereni
Vittorio Sereni
Enzo Siciliano
Ignazio Silone
Leonardo Sinisgalli
Ardengo Soffici
Maria Luisa Spaziani Dorp van mijn moeder
Italo Svevo :  NL vertalingenAlle artikelen.

T
Torquato TassoPoezen-poëzie.
Federigo Tozzi : Colosseum + Een verhaal +
Trilussa (Carlo Alberto Salustri) (1871-1950)

U
Giuseppe Ungaretti

V
Carlo Vallini
Sara Ventrone
Giovanni Verga
Elio Vittorini : Levensloop
Annie Vivanti
Giorgio Voghera

Z
Alessandro Zaccuri
Andrea Zanzotto

Aantekeningen bij Italiaanse schrijfsters en schrijvers van poëzie en proza

Italiaanse schrijfsters en schrijvers. Een overzicht