Elio Vittorini Italiaanse schrijver in het Nederlands

De Italiaanse schrijver Elio Vittorini kwam ter wereld in de Siciliaanse stad Siracusa op 23 juli 1908. Hij overleed op 12 februari 1966 in Milaan. Klik hier voor een chronologie van zijn leven in het Nederlands.

Vittorini debuteerde in de jaren dertig tijdens het fascisme. Hij raakte al snel met het regiem in onenigheid en ging in het verzet. Na de oorlog trad hij toe tot het de Italiaanse comunistische partij, maar kwam ook nu weer in conflict en verliet ten slotte de partij. In deze jaren voorzag Vittorini in zijn levensonderhoud door vertaalwerk en het schrijven van artikelen. Aan de armoede van het gezin kwam een einde toen hij als redacteur werk kreeg bij enkele grote nationale uitgeverijen als Bompiani, Einaudi en Mondadori.

Nederlandse italianisten over Vittorini

Over Vittorini zegt de Nederlandse italianist Reinier Speelman in zijn Nawoord bij de bloemlezing moderne Italiaanse verhalen, dat hij schreef ‘… in een schijnbaar eenvoudige, maar in wezen sterk gestyleerde en symbolisch geladen taal, waarin parallellismen en herhalingen een belangrijke rol spelen.’ (Speelman, 1989, p. 183.) De bloemlezing opent met een verhaal van Vittorini.

F.J.P. Verbrugge, een andere vertaler, moet de Italiaanse schrijver wel een warm hart toedragen, want hij zette acht van Vittorini’s verhalen in het Nederlands over. Hij schrijft:

Elio Vittorini (1908-1966) was van Siciliaanse origine, maar vestigde zich in Florence, later Milaan. Hij is het bekendst om zijn boek ‘Conversazione in Sicilia’ (1941), dat bekend staat als het meest antifascistische boek uit de Italiaanse letteren. Hij nam deel aan het Noorditaliaanse verzet. Na de oorlog was hij politiek actief en richtte met Calvino het tijdschrift ‘Il Menebò’ [Menabò, sic] op. Vittorini heeft veel vertaald (uit het Engels) en schreef, behalve verhalen, romans en essays. Hij is weinig vertaald in het Nederlands. ‘Toen de winter begon’ (Quando cominciò l’inverno) dateert van 1939, maar is in een veel vroeger periode gesitueerd.

Elio Vittorini Italiaanse schrijver in het Nederlands
Vittorini en Montale

Vittorini en Montale

Eugenio Montale en Elio Vittorini waren goed bevriend. Montale was onder de oprichters van het Florentijnse literaire tijdschrift Solaria. Tot groep schrijvers die zich daaromheen hadden verzameld, hoorde vanaf 1929 ook Vittorini, die in het tijdschrift begon te publiceren.

Vittorini over zichzelf:

Ik werd op 23 juli 1908 geboren in Siracusa, Siciliaanse stad van boeren en zeelui. Mijn grootvader van moederskant was boer, die van vaderskant zeeman. Mijn vader was spoorwegbeambte en ik heb een groot deel van mijn kinderjaren doorgebracht in kleine spoorwegstations op het platteland. Ik was de oudste van vier broers. Op mijn zeventiende ben ik van school gegaan en heb mijn familie en Sicilië verlaten. Om in mijn levensonderhoud te voorzien, ben ik begonnen bij een wegenbouwbedrijf in de bergen van de regio Veneto. Daarna verdiende ik in Florence de kost als vertaler van Franse, Engelse en Amerikaanse literatuur. Vanaf 1939 werkte ik als redacteur bij uitgeverijen.

Ik heb geen reguliere opleiding gehad. Na het verlaten van de openbare school heb ik voor mijzelf gestudeerd. Het eerste boek dat een grote invloed op mij maakte, was Robinson Crusoe. Van de schrijvers uit het verleden waardeer met name Sofocles, Erodotus, Boccaccio, Chaucer, Cervantes, Shakespeare, De Foe, Goldoni, Gogol, Stendhal en Melville. Van de hedendaagse schrijvers Faulkner en Hemingway. Maar ik stel ook het werk van ontelbare andere schrijvers op prijs, waaronder jongeren als Hawkes en Wright Morris. Ik ben geïnteresseerd in essays over literatuur, kritiek en schiedenis van de letterkunde.

Ik werd schrijver zonder ooit te hebben gedroomd het te willen worden, noch had ik er de ambitie voor. Had ik beschikt over de middelen om altijd te reizen, dan zou ik nu waarschijnlijk nog geen regel hebben geschreven.

Deze autobiografische schets schreef Elio Vittorini vrijwel zeker voor de uitgave Twentieth Century Authors, New York 1942. Het handschrift bevindt zich in het archief Fondo Vittorini. Het stukje werd afgedrukt in Elio Vittorini, Gli anni del «Politecnico»: Lettere 1945-1951. Turijn: Einaudi, 1977, pp. 427-428.

Nederlandse vertalingen

Verhalen

  • Een mij nog onbekend verhaal werd opgenomen in de bloemlezing Filippo Donini, Verhalen uit het Zuiden. Negentien Italiaanse novellen, Strengholt, Brussel ,  1943. Vertaald door Pierre Muller.
  • ‘Naam en tranen’, In: Reinier Speelman (red.) Primavera, 1989, pp. 9-12. Vertaald door R. Speelman.
  • ‘Het karretje’, ‘Naam en tranen’, ‘Het kledingstuk aan de binnenkant van de deur’, ‘De steden van de wereld’, ‘De woestijn’, ‘De jongen van 1925’ en ‘Milaan zoals in Spanje Milaan zoals in China’. In: De Revisor, 1991. Vertaald door F.J.P. Verbrugge.
  • ‘Toen de winter begon’. In: De Tweede Ronde, 1991. Vertaald door F.J.P. Verbrugge.
  • ‘Mijn fascistische oktober’.  In dit weblog mijn concept vertaling.

Romans

  • Bij mijn moeder op Sicilië. Uitgeverij Van Ditmar, Amsterdam, 1950. Vertaling Nico Rost. Met een inleiding van Henriëtte Roland Holst en een Nawoord van Elio Vittorini.
  • Een tweede vertaling van dezelfde roman: Gesprek op Sicilië, door Eric  M. Moormann. oorspronkelijke titel: Conversazione in Sicilia. Zie hier + hier besprekingen.
  • Mens of niet. Atheneum, Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1995. Vertaald door Anthonie Kee. Een andere (?) vertaling met de titel Milaan ’44.  Van Loghum Slaterus, Zwolle, 1964. Vertaald door —. Oorspronkelijk: Uomini o no.
  • Vrouwen langs de weg. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1965, 1968: 2e druk. Vertaald door Machteld I. Borel. Oorspronkelijk:  Le meretrici. Bevat ook vertalingen van ‘Erica e i suoi fratelli’  en ‘La Garibaldina’.
  • In de schaduw van de olifant.  De Bezige Bij, Amsterdam, 1967. Vertaling Arnold de Vos. Oorspronkelijk: Il sempione strizza lʹocchio al Frejus.
  • De rode anjer.  Uitgeverij Cossee, Amsterdam, 2016. Vertaald door Emilia Menkveld. Nawoord van Barbara Kleiner. 2016. Oorspronkelijk: Il garofano rosso.

Aantekeningen bij Elio Vittorini Italiaanse schrijver in het Nederlands

  • Primavera. 23 moderne Italiaanse verhalen, Amsterdam: Meulenhoff, 1989. Met een nawoord van Reinier Speelman, pp. 180-197. Van deze verdienstelijke bloemlezing zie hier de Inhoudsopgave.
  • Wikipedia Italiaans. Er is op dit moment geen Nederlandse pagina.
  • Een recent biografisch artikel van Virna Brigatti in de Treccani Elio Vittorini

Federigo Tozzi Een verhaal over Vrouwenmoord in de trein

In de nalatenschap van de Italiaanse schrijver Federigo Tozzi (1883-1920) vond men de opzet voor een kort verhaal over het thema vrouwenmoord. Tozzi’s zoon Glauco gaf het een titel en nam het op in de verzamelde novellen. De door hem bezorgde uitgave verscheen in 1963.

Een bericht in de krant

De trein snelde voort en de lust om te huilen werd groter. Bij het coupéraam de twee geliefden. Zij zat en hij stond, zodat ze konden praten zonder dat iemand het hoorde. Zij fluisterde in zijn oor en haar woorden hadden op hem hetzelfde effect als haar haar, dat hem licht beroerde.
Met een verterende hartstocht nam hij haar op. Hij ging tegenover haar zitten, haalde de dienstregeling uit zijn zak en schreef met potlood in de marge van de kaft: ‘Als je niet meer van me houdt, breng ik mezelf om!’ – Hij liet het haar lezen.
Terwijl zij het las, keek hij naar haar en voelde de drang om vóór haar neer te knielen en haar handen te kussen.

Ze keek niet meteen naar hem op. Toen zag zij hem recht in de ogen, met tederheid en liefde.
– Waarom heb je dat geschreven?
– Omdat ik van je houd.
Ze voelden hun lichamen trillen.
Na een korte stop bij een station was de coupé voller geworden. Ze voelden zich  opgesloten tussen al die mensen en waren geïrriteerd en gek van verlangen om met zijn tweetjes te zijn.
– Ik wil bij jou zijn, ik ga niet meer van je weg.
De wind drapeerde de lange rode sjaal van Louise’s hoed over beider schouders. Hij kwam erdoor in een roes en voelde een onuitsprekelijk verlangen om ook de sjaal te kussen. Haar ogen werden groot en haar oogleden rond.

Federigo Tozzi Een verhaal over Vrouwenmoord in de trein

Plotseling trok hij zijn revolver, en terwijl Louise haar hoofd nog gebogen hield, haalde hij, als vervuld van woede en haat, de trekker over. Hij schoot drie keer, één schot midden in haar voorhoofd, want zij had haar hoofd naar hem opgeheven.
Ze zakte in elkaar. Hij kuste haar wonden, warm van het eruitgutsende bloed. Toen dacht hij aan zichzelf.
Hij is niet dood.