Aforismen van Federigo Tozzi postuum gepubliceerd

De zesentachtig Aforismen van Federigo Tozzi werden postuum gepubliceerd.  Tozzi’s zoon Glauco diepte ze op uit de nalatenschap van zijn vader en publiceerde ze in 1981 onder de titel Barche capovolte, Gekapseisde boten. Glauco bracht ze onder in drie afdelingen:

I. De vlam, omvat 11 nummers;
II. Impulsen, omvat 9 nummers;
III. Voortzetting van ‘Gekapseisde boten’, overige 66 nummers.

Van de eerste drie volgt hier een vertaling:

I.01. De vlam

Hoewel aan het zicht onttrokken door een dicht zeilwerk, houdt mijn nieuwe leven mij gezelschap. Ik voel dat de ziel er de invloed van ondergaat en tracht er de berichten van op te vangen.
Het doet denken aan een lantaarn, heftig door elkaar geschud door de wind; maar de vlam is niet uitgedoofd.
Hoelang heb ik gewacht? Wat ik zocht, bevond zich misschien reeds in mij; maar het was tot op dit moment niet mogelijk dat ik ervan kon genieten.
Ja, een onverwachte openbaring is nodig.

I.02. De hoogtepunten

Oh, de innerlijke hoogtepunten, die schitteren als gouden kronen! Mijn ziel is vol van deze onuitsprekelijke tekens; alsof zij vol is van vruchtbare eilanden.
Het zijn de liederen die gevangen blijven in de beelden, en die te snel verdwijnen.
De liederen die ik bewaar voor mijn stilte; de liederen die de ziel voor zichzelf zingt, die zullen zich nooit onthullen.
Maar ook als men mij de ogen heeft gesloten en mij heeft gezegd te zwijgen, toch zie ik schitterende en krachtvolle dingen in mij, want ik word door mijn liederen beloond.
Als al mijn adelaars zullen worden gedood, dan zal ik ook hun cadavers die voor mij zweven liefhebben.
Maar kan ik zingen zonder de adelaars?

I.03. Het goede

Er zijn goede mensen huns ondanks. Zij gevoelen de bitterheid en het ongemak van die onuitputtelijke goedheid waarvan zij zijn vervuld.
En zij voelen dat zij door de anderen niet worden getolereerd noch vergeven. Zij bevinden zich in een exces waarvan ze spijt hebben; zij zouden daarvan willen terugkeren, met al hun krachten.
En in hen groeit verwondering over deze onbewuste kwaliteit, over dit zich willen geven.

Hun goedheid levert niets op, noch leidt het tot vertroosting van de kant van de anderen, zij voelen zich geschokt. Zij weten niet wat zij er mee aanmoeten en houden niet op goed te zijn. Hun goedheid groeit en groeit, zoals uit bloemen bloemen geboren worden.
En toch zou ook het goede een kracht kunnen zijn om de strijd mee te winnen; ook de diademen zouden door zijn vingers moeten worden gevormd. Maar helaas, het goede is een onverkoopbare waar!
En in dergelijke mensen hebben de dromen plaats genomen in de groei van de gevoelens. Hun wetten zijn te hoog gegrepen en hun licht verblindt.
Maar niemand begrijpt dat het goede een groot deel van de schoonheid uitmaakt.

Psychologie

Tozzi zag zijn aformenverzameling als een boek over psychologie. In die termen sprak hij erover met de redacteuren van het Milanese tijdschrift L’eroica en met zijn vrienden. De auteur vond voor zijn psychologische opvattingen inspiratie bij de Amerikaanse psycholoog William James. Diens werken waren in het begin van de vorige eeuw in het Italiaans vertaald en door Tozzi met enthousiasme bestudeerd.

Aantekeningen bij de Aforismen van Federigo Tozzi

  • Aforismen van Federico TozziFederigo Tozzi, Cose e persone. Inediti e altre prose. A cura di Glauco Tozzi. Firenze: Vallecchi, 1981, pp. 65-113.
  • Klik hier voor een pdf met de Italiaanse teksten van de eerste afdeling.
  • Zie hier voor een auteurspagina over de schrijver.

Italo Svevo De Stam. Een kort verhaal uit 1897

Het verhaal van Italo Svevo De Stam iis uit uit 1897 Hij had toen al diverse  publicaties op zijn naam gebracht. Niet alleen een serie literaire kritieken, maar ook de roman Una vita (Een leven) (1892) en twee verhalen. De titels van die twee waren “Una lotta” (1888), Een strijd, en “L’assassinio di via Belpoggio” (1890), De moord in Via Belpoggio. Deze twee verhalen werden Lees verder “Italo Svevo De Stam. Een kort verhaal uit 1897”

Giorgio Voghera: vergeten moralist (1908-1999)

Een vergeten schrijver

Waarom zou je het werk lezen en bestuderen van een schrijver die niemand meer kent. Een schrijver wiens boeken geen mens meer leest. Een schrijver die alleen een vereenzaamde specialist of een zonderlinge student, op zoek naar een saai scriptieonderwerp, in overweging neemt. Giorgio Voghera vergeten moralist (1908-1999) is zo’n schrijver.

Giorgio Voghera ziet het levenslicht in Triëst op 19 augustus 1908 en sterft er op 11 november 1999.  Voghera week in 1939 uit naar Palestina, gedwongen door de Italiaanse rassenwetgeving van 1938. Hij bracht lange tijd door in de gevangenis. Over zijn ervaringen schreef hij het veel gelezen boek Carcere a Jaffa. Pas in 1948 zou hij weer terugkeren naar Triëst.

Hij had zijn lot voorzien. Hij wist dat slechts een goedgelovige het gezegde ‘wie schrijft, blijft’ tot levensmotto kan maken. In een schets voor een zelfportret vermeldt hij zich nooit te hebben gezien als een schrijver. Niettemin probeerden Giorgio’s vrienden, bezorgd om zijn geringe eigenwaarde, hem ervan te overtuigen dat hij met alle recht aanspraak kon maken op die eervolle kwalificatie. Een “kwalificatie”, schreef hij, “die kan worden toegekend aan bijna vijftig procent van alle Italianen die geen analfabeet zijn”. Dit is mooie, zwarte ironie, want de uitspraak dateert uit de tweede helft van de jaren vijftig. De jaren waarin de Italiaanse televisie nog maar net was begonnen aan de heiligste van al haar heilige missies: de Italianen Italiaans te leren.

Prediker

Nee, Voghera zag zichzelf niet als schrijver van romans, maar meer als essayist, of nog liever als “een moraliserende prediker waar niemand naar luistert”. Ziehier, besloten in het adjectief, de belangrijkste reden waarom men in het hedendaagse Italië, in mijn Italië, dat van de laatste twee decennia, Giorgio Voghera niet meer leest.

Giorgio Voghera: vergeten moralist (1908-1999)Aantekeningen

  • Zie voor beide citaten: Carcere a Giaffa, Edizioni Studio Tesi, Pordenone 1985, p. 157.
  • Naar mijn weten bestaan er geen Nederlandse vertalingen van Voghera’s werk.
  • Bijgewerkt in augustus 2021.