Antonia Pozzi Amor fati. Een gedicht uit 1937

Het gedicht van Antonia Pozzi Amor fati op deze pagina in een Nederlandse vertaling. Zij schreef het op 13 mei 1937, iets meer dan anderhalf jaar voor haar zelfgekozen dood.

Amor fati

Quando dal mio buio
traboccherai
di schianto
in una cascata
di sangue –
navigherò con una rossa vela
per orridi silenzi
ai cratèri
della luce promessa.

Amor fati

Als je wegbreekt
uit mijn duister
en neerplenst
in een val
van bloed –
vaar ik met rode zeilen
door vreselijke stiltes
naar de kraters
van het beloofde licht.

 

Iets over de dichteres

Antonia Pozzi werd geboren op dinsdag 13 februari 1912 in Milaan. Op 3 december 1938 vond men haar lichaam in de buurt van de abdij Chiaravalle ten zuiden van de stad. Een briefje in haar handschrift bevat haar wens begraven te worden aan de voet van het Grigna gebergte. Aan haar wens gaf men gevolg. Haar graf bevindt zich op het kerkhof van het bergdorp Pasturo waar haar familie een huis bezat en zij gelukkige jaren van haar korte leven doorbracht. De onderstaande foto is uit mei 1937.

Antonia Pozzi: Amor fati

Haar vader Roberto Pozzi probeerde lange tijd de zelfmoord van zijn dochter te verdoezelen. Als doodoorzaak gaf de familie longontsteking op. Haar vader vernietigde haar testament en schreef vervolgens een nieuw op basis van zijn herinneringen aan zijn dochter. Zijn versie paste beter bij het beeld dat hij zich van haar voor ogen had gesteld en gewenst. In veel gedichten verwijderde hij de opdracht aan de man die Antonia bovenal  liefhad: “Voor A.M.C.”  De geliefde was haar leraar klassieke talen Antonio Maria Cervi.

Aantekening bij Antonia Pozzi: Amor fati gedicht uit 1937

  • Sinds enkele jaren krijgt Antonia Pozzi de aandacht die zij verdient. Haar werk bracht men samen in een volledig editie en over haar leven werden enkele films gemaakt.
  • Voor een kort portret van Antonia zie hier.

 

Aforismen van Federigo Tozzi postuum gepubliceerd

De zesentachtig Aforismen van Federigo Tozzi werden postuum gepubliceerd.  Tozzi’s zoon Glauco diepte ze op uit de nalatenschap van zijn vader en publiceerde ze in 1981 onder de titel Barche capovolte, Gekapseisde boten. Glauco bracht ze onder in drie afdelingen:

I. De vlam, omvat 11 nummers;
II. Impulsen, omvat 9 nummers;
III. Voortzetting van ‘Gekapseisde boten’, overige 66 nummers.

Van de eerste drie volgt hier een vertaling:

I.01. De vlam

Hoewel aan het zicht onttrokken door een dicht zeilwerk, houdt mijn nieuwe leven mij gezelschap. Ik voel dat de ziel er de invloed van ondergaat en tracht er de berichten van op te vangen.
Het doet denken aan een lantaarn, heftig door elkaar geschud door de wind; maar de vlam is niet uitgedoofd.
Hoelang heb ik gewacht? Wat ik zocht, bevond zich misschien reeds in mij; maar het was tot op dit moment niet mogelijk dat ik ervan kon genieten.
Ja, een onverwachte openbaring is nodig.

I.02. De hoogtepunten

Oh, de innerlijke hoogtepunten, die schitteren als gouden kronen! Mijn ziel is vol van deze onuitsprekelijke tekens; alsof zij vol is van vruchtbare eilanden.
Het zijn de liederen die gevangen blijven in de beelden, en die te snel verdwijnen.
De liederen die ik bewaar voor mijn stilte; de liederen die de ziel voor zichzelf zingt, die zullen zich nooit onthullen.
Maar ook als men mij de ogen heeft gesloten en mij heeft gezegd te zwijgen, toch zie ik schitterende en krachtvolle dingen in mij, want ik word door mijn liederen beloond.
Als al mijn adelaars zullen worden gedood, dan zal ik ook hun cadavers die voor mij zweven liefhebben.
Maar kan ik zingen zonder de adelaars?

I.03. Het goede

Er zijn goede mensen huns ondanks. Zij gevoelen de bitterheid en het ongemak van die onuitputtelijke goedheid waarvan zij zijn vervuld.
En zij voelen dat zij door de anderen niet worden getolereerd noch vergeven. Zij bevinden zich in een exces waarvan ze spijt hebben; zij zouden daarvan willen terugkeren, met al hun krachten.
En in hen groeit verwondering over deze onbewuste kwaliteit, over dit zich willen geven.

Hun goedheid levert niets op, noch leidt het tot vertroosting van de kant van de anderen, zij voelen zich geschokt. Zij weten niet wat zij er mee aanmoeten en houden niet op goed te zijn. Hun goedheid groeit en groeit, zoals uit bloemen bloemen geboren worden.
En toch zou ook het goede een kracht kunnen zijn om de strijd mee te winnen; ook de diademen zouden door zijn vingers moeten worden gevormd. Maar helaas, het goede is een onverkoopbare waar!
En in dergelijke mensen hebben de dromen plaats genomen in de groei van de gevoelens. Hun wetten zijn te hoog gegrepen en hun licht verblindt.
Maar niemand begrijpt dat het goede een groot deel van de schoonheid uitmaakt.

Psychologie

Tozzi zag zijn aformenverzameling als een boek over psychologie. In die termen sprak hij erover met de redacteuren van het Milanese tijdschrift L’eroica en met zijn vrienden. De auteur vond voor zijn psychologische opvattingen inspiratie bij de Amerikaanse psycholoog William James. Diens werken waren in het begin van de vorige eeuw in het Italiaans vertaald en door Tozzi met enthousiasme bestudeerd.

Aantekeningen bij de Aforismen van Federigo Tozzi

  • Aforismen van Federico TozziFederigo Tozzi, Cose e persone. Inediti e altre prose. A cura di Glauco Tozzi. Firenze: Vallecchi, 1981, pp. 65-113.
  • Klik hier voor een pdf met de Italiaanse teksten van de eerste afdeling.
  • Zie hier voor een auteurspagina over de schrijver.