Een zondagavond in de provincie. Op zondag 30 januari 2011 bracht men Etty Hillesum in Sezze op het toneel. De toneelgroep Le colonne zette het toneelstuk op de planken. Het provinciestadje Sezze ligt niet ver van Latina, halverwege tussen Rome en Napels, op een heuvel op 316 meter boven de zeespiegel. Sezze is beroemd om zijn artisjokken die je er op allerlei Lees verder “Etty Hillesum in Sezze op het toneel gebracht”
Italo Svevo De vrijheid. Een fabel uit 1911
Dit korte verhaaltje van Italo Svevo De vrijheid dateert uit 1911.
[De vrijheid]
Het deurtje van de kooi was opengebleven. Met een klein sprongetje ging het vogeltje op de drempel zitten en keek de Lees verder “Italo Svevo De vrijheid. Een fabel uit 1911”
Italo Svevo De Stam. Een kort verhaal uit 1897
Het verhaal van Italo Svevo De Stam iis uit uit 1897 Hij had toen al diverse publicaties op zijn naam gebracht. Niet alleen een serie literaire kritieken, maar ook de roman Una vita (Een leven) (1892) en twee verhalen. De titels van die twee waren “Una lotta” (1888), Een strijd, en “L’assassinio di via Belpoggio” (1890), De moord in Via Belpoggio. Deze twee verhalen werden Lees verder “Italo Svevo De Stam. Een kort verhaal uit 1897”
Vergeten schrijver Giorgio Voghera (1908-1999)
Het werk van de eens gewaardeerde maar nu vergeten schrijver Giorgio Voghera (1908-1999) zou een beter lot verdienen. Maar zo vraagt men zich af: waarom zou je het werk lezen en bestuderen van een schrijver die niemand meer kent. Een schrijver wiens boeken geen mens meer leest. Een schrijver die alleen een vereenzaamde specialist of een zonderlinge student, op zoek naar een saai scriptieonderwerp, in overweging neemt.
Giorgio Voghera ziet het levenslicht in Triëst op 19 augustus 1908 en sterft er op 11 november 1999. Hij week in 1939 uit naar Palestina, gedwongen door de Italiaanse rassenwetgeving van 1938. Hij bracht lange tijd door in de gevangenis en daarover schreef hij het veel gelezen boek Carcere a Jaffa. Pas in 1948 zou hij weer terugkeren naar Triëst.
Hij had zijn lot voorzien. Hij wist dat slechts een goedgelovige het gezegde ‘wie schrijft, blijft’ tot levensmotto kan maken. In een schets voor een zelfportret vermeldt hij zich nooit te hebben gezien als een schrijver. Niettemin probeerden Giorgio’s vrienden, bezorgd om zijn geringe eigenwaarde, hem ervan te overtuigen dat hij met alle recht aanspraak kon maken op die eervolle kwalificatie. Een “kwalificatie”, schreef hij, “die kan worden toegekend aan bijna vijftig procent van alle Italianen die geen analfabeet zijn”. Dit is mooie, zwarte ironie, want de uitspraak dateert uit de tweede helft van de jaren vijftig. De jaren waarin de Italiaanse televisie nog maar net was begonnen aan de heiligste van al haar heilige missies: de Italianen Italiaans te leren.
Prediker
Nee, Voghera zag zichzelf niet als schrijver van romans, maar meer als essayist, of nog liever als “een moraliserende prediker waar niemand naar luistert”. Ziehier, besloten in het adjectief, de belangrijkste reden waarom men in het hedendaagse Italië, in mijn Italië, dat van de laatste twee decennia, Giorgio Voghera niet meer leest.
Aantekeningen bij Vergeten schrijver Giorgio Voghera (1908-1999)
- Zie voor beide citaten: Carcere a Giaffa, Edizioni Studio Tesi, Pordenone 1985, p. 157.
- Naar mijn weten bestaan er geen Nederlandse vertalingen van Voghera’s werk.
- Bijgewerkt in augustus 2021.