De Italiaanse journalist Furio Colombo (1931) is een belangrijk personage in de cultuur en de politiek van Italië. Hij was dat ook in de tweede helft van de vorige eeuw. Hij was toen bevriend met schrijvers als Umberto Eco, Elsa Morante, Alberto Moravia. Ook Dacia Maraini hoorde daarbij. Van deze Romeinse kring maakte ook Pasolini deel uit. Colombo en Pasolini waren dan wel geen vrienden, maar goede kennissen die elkaar respecteerden en lazen. Colombo realiseerde met Pasolini het laatste interview.
Het interview ademt een sfeer van vertrouwen en sympathie. Op zaterdag 1 november 1975 vond het gesprek plaats, in Pasolini’s woning in de Romeinse wijk EUR. Het begon om vier uur ’s middags en duurde ongeveer twee uur. In de nacht die erop volgde werd Pasolini vermoord in Ostia. Dit interview maakte daarom geschiedenis.
Pasolini werd op 5 november begraven. Op die dag hield Moravia zijn beroemde begrafenisrede. Zie hier. Drie dagen later, op 8 november 1975, verscheen het interview van Colombo in het dagblad La Stampa, waarvoor hij toen werkte. Het zou nooit meer worden vergeten. Het werd in 1999, 2005 en 2015 opnieuw uitgegeven.
We zijn nu in 2022. In februari 2022 sprak de journalist en schrijver Antonio Gnoli (1949) met Furio Colombo over diens historische interview uit 1975. Een verdienstelijk idee om er na bijna vijfenveertig jaar met de maker over te spreken. Uit dit gesprek (gepubliceerd op 26 februari 2022) koos ik twee fascinerende thema’s en licht ze toe met citaten: 1. Pasolini’s wanhoop en Salò of de 120 dagen van Sodom, en 2. het gevaar dat ons allen bedreigt.
1. De vertwijfelde of wanhopige dichter
Achter de internationale erkenning en het prestige, die Pasolini zich als dichter, romanschrijver, polemist en regisseur had verworven, verschool zich een ‘vertwijfeld’ mens. Deze stelling, in de vorm van een vraag, legt Gnoli voor aan Colombo. Hij antwoordt:
Het stoorde hem buitengewoon dat zijn zeer heldere analyses en profetieën geen weerklank vonden. Het was voor Pasolini bitter dit te moeten vaststellen voor een Land dat hij waarnam als verdwaald, verloren en corrupt.
Pasolini publiceerde zijn maatschappijkritische analyses vooral in het grootste nationale dagblad Corriera della Sera en bereikte op die manier de culturele en politieke elite. In het gesprek met Colombo legt Antonio Gnoli een expliciet verband tussen Pasolini’s staat van ‘wanhoop’ en de omstreden film Salò, die hij kort voor zijn dood had voltooid. Colombo vertelt zijn tweeslachtige herinnering :
Ik zag de film in een privé-zaaltje. De montage was waarschijnlijk nog niet definitief. We waren met vier of vijf, waaronder Alberto Moravia en mogelijk ook Dacia Maraini. Gaandeweg voelde ik de weerzin en de afschuw in mij groeien. Maar ook een zekere bewondering voor de wanhopige moed waarmee hij het onuitspreekbare probeerde uit te spreken. Toen we het zaaltje uitliepen, voelden we ons bezwaard. Wij moesten immers iets zeggen over een werk dat niet classificeerbaar was.
Ik vertelde toen over een jeugdherinnering uit de oorlog. Het speelde in het dorp waar onze familie was gevlucht. Op weg naar school kwam ik langs een muur waarvoor vijf personen op de grond lagen. Ze waren gefusilleerd door de nazifascisten. Die herinnering gaf mij de gedachte in dat het uiteindelijke doel van Salò was om te laten zien dat de macht, als die obsceen wordt, dezelfde arbitraire dwang uitoefent over het lichaam.
Was Pasolini in die jaren – vraag ik mij af – wel een vertwijfeld man zoals Gnoli de lezer wil doen geloven? Kan zo iemand een film als Salò bedenken en maken?
Het verband en de context
Het verband tussen het expliciet antifascistische karakter van de film Salò en de gebeurtenissen in de jaren tussen 1969 en 1975 komt tot uiting in het tweede schokkende thema van het interview uit 1975. Pasolini stelt onomwonden: ‘We zijn allemaal in gevaar’, ‘Siamo tutti in pericolo’,. In levengevaar, want in het interview zegt hij ‘Jij weet niet wie op dit moment eraan denkt je te vermoorden.’ en iets verderop: ‘[…] terwijl wij hier met elkaar praten, is er iemand in de kelder die plannen maakt ons om te leggen.’
Maar vanwaar deze voorgevoelens in levensgevaar te zijn? Allereerst voor hem persoonlijk. Als onverschrokken polemist neemt hij ’s lands politieke wandaden op de korrel. Uit welke ideologische hoek dan ook. Niettemin heeft hij het vooal op het neofascisme gemunt. Wie herinnert zich niet de brutale neofascistische aanslag ‘Piazza Fontana’ in Milaan op 12 december 1969, die het decennium van bloedige aanslagen inluidde.
2. De dood van Pasolini
In het interview uit 1975 verwees de dichter direct naar gevaar voor het leven. Hij verwees direct naar de dood. Het kon dan ook niet anders dat er in de jaren daarna allerlei theorieën over zijn dood opbloeiden. Ook Gnoli brengt het thema ter sprake in het gesprek met Colombo. Hij was immers een van de laatsten die met de dichter hadden gesproken. Op de vraag wat zijn visie is:
Veel gebeurtenissen in ons leven zijn onverklaarbaar. En dat geldt met name voor de dood. In het bijzonder als de gebeurtenissen zich hebben voltrokken zoals bij de dood van Pasolini.
Geloof jij aan het complot? Aan een samenzwering van de macht? Vraagt Gnoli.
Ik denk eenvoudig dat een antwoord niet gegeven kan worden. Op geen enkele manier. Ik geloof niet aan een complot. Maar ik meen dat de dynamiek van een gebeurtenis, ook die van een moord, een bouwkundige structuur als basis heeft.
Wat bedoel je ?
Ik wil zeggen dat die structuur bestaat, maar onzichtbaar is. Zoals bij een betonnen pilaar, die een structuur van ijzervlechtwerk heeft. Het blijft dus een mysterie. Maar waarom zouden we ons daarover moeten verbazen? Denk eens aan de delicten in Amerika die onopgelost bleven: van JFK en Martin Luther King tot Bob Kennedy. En hoeveel Italiaanse delicten bleven niet onopgelost! Meer zeg ik er niet over. Denk aan het beroemde artikel dat Pier Paolo een jaar voor zijn dood schreef. De titel is: ‘Wat is deze staatsgreep?’ en het begon zo: ‘Ik weet, maar ik heb geen bewijzen.’
De aanhangers van de theorie van het complot dat er achter de tot gevangenisstraf veroordeelde moordenaar Pino Pelosi een of meer opdrachtgevers zaten, beroepen zich onder andere op dit artikel van Pasolini.
Aantekeningen bij Pasolini Het Laatste Interview
- Het oorspronkelijke interview kan men hier in het Italiaans lezen. Een Nederlandse vertaling is opgenomen in het boek Vaarwel en beste wensen. Poëzie en polemieken, vertaald, samengesteld en ingeleid door Piet Joostens, Uitgeverij Polis, Antwerpen, 2016. Ik ken deze vertaling niet.
- Zie de Nederlandse wikipediapagina over PPP hier.
- Voor andere artikelen over Pasolini op dit weblog zie hier.