Pier Paolo Pasolini Chronologie van zijn leven

Deze tijdtabel stopt niet op 2 november 1975. De dag dat Pasolini werd vermoord. De dichter was na zijn gewelddadige dood nooit afwezig uit de openbare leven van Italië. Zijn omvangrijke literaire en cinematografische nalatenschap is continue thema van onderzoek en studie. Met de herdenking van zijn 100-jarige geboortedag nemen de activiteiten in het hele land toe, maar vooral in de Italiaanse hoofdstad waar de dichter het grootste deel van zijn leven woonde en werkte. Het hier weergegeven document  “Pier Paolo Pasolini Chronologie van zijn leven” wordt af en toe bijgewerkt.

1922

  • 8 maart: Pasolini wordt geboren in Bologna. Zijn moeder is Susanna Colussi (1891-1981), onderwijzeres van beroep en afkomstig uit Casarsa in Friuli. Zijn vader is Carlo Alberto Pasolini. Carlo is infanterie officier.

1928

  • De vader wordt gearresteerd vanwege schulden.
  • Moeder verhuist met haar zoontjes Pier Paolo en Guido (1925-1945) naar haar geboorteplaats Casarsa.

1937

  • Het gezin verhuist naar Bologna. Pasolini bezoekt het gymnasium Galvani.

1939

  • Pier Paolo slaat de derde klas van het gymnasium over en in de herfst slaagt hij voor de eindexamens.
  • Hij gaat naar de Letterenfaculteit aan de Universiteit van Bologna. Elke dag leest hij ‘anderhalf boek’. Hij bezoekt regelmatig een filmclub. Hij is enthousiast over René Clair, Jean Renoir en Charlie Chaplin. En hij doet veel aan sport, met een voorliefde voor voetbal.

1942

  • 14 juli: Hij publiceert in het Friulisch de bundel Poesia in Casarsa. Hij betaalt zelf de uitgave.
  • In het nationaalsocialistische Duitsland neemt hij in de stad Weimar deel aan een bijeenkomst van studenten uit fascistische landen.
  • November: Hij werkt mee aan het tijdschrift Il Setaccio, dat wordt uitgegeven door de Bolognese afdeling van de fascistische jongerenorganisatie, Gioventù Italiana del Littorio. De term littorio is synoniem voor fascisme.

1943

  • 1 september: In Pisa volgt hij een opleiding voor officieren.
  • 8 september: De Duitsers nemen in Livorno zijn legereenheid  gevangen, maar    Pasolini neemt de benen naar Casarsa.

1945

  • 12 februari: Zijn broer Guido, drie jaar jonger, een verzetstrijder van de Osoppo-brigade, wordt tijdens het bloedbad van Porzûs gedood door communistische aanhangers van Tito.
  • 26 november. Aan de Universiteit van Bologna studeert hij magna cum laude af op een scriptie over de dichter Giovanni Pascoli.

1947

  • Hij wordt lid van de Partito Communista Italiana (P.C.I.) bij de afdeling San Giovanni in Casarsa. Van deze afdeling zal hij later voorzitter worden.
  • Twee jaar lang is hij leraar letterkunde aan de middelbare school van Valvasone, in de buurt van Casarsa.

1949

  • 26 oktober: Hij wordt aangeklaagd voor obsceen gedrag met minderjarigen.
  • De P.C.I. royeert hem ‘wegens morele en politieke onwaardigheid’.
  • De middelbare school van Valvasone ontslaat de leraar Pasolini.
  • 28 december: Hij wordt vrijgesproken van de beschuldiging van obsceen gedrag met minderjarigen.

1950

  • 28 januari: Pasolini verlaat hij Friuli en vestigt zich met zijn moeder voorgoed in Rome.
  • Zijn vader voegt zich na een jaar bij hen.

1951

  • December: Hij geeft les op een middelbare school in Ciampino.

1952

  • December: Hij bezorgt de bloemlezing Poesia dialettale del Novecento (Twintigste eeuwse poëzie in dialect). Uitgever: Guanda, 1952.

1953

  • Maart: Met de schrijver Giorgio Bassani werkt hij aan het script van de film La donna del fiume van regisseur Mario Soldati.

1955

  • April: Uitgever Garzanti publiceert de roman Ragazzi di vita. Het boek is een succes bij de lezers en de critici.
  • Op 21 juli dient de Italaanse minister-president bij het Openbaar Ministerie een aanklacht in vanwege het vermeende ‘pornografische karakter’ van het boek. De aanklacht leidt tot een proces.
  • Een jaar later wordt Pasolini vrijgesproken, mede dankzij de verklaringen van Giuseppe Ungaretti en Carlo Bo.
  • In mei richten Pasolini, Francesco Leonetti en Roberto Roversi in Bologna het tijdschrift Officina op. Het zal na 4 jaar ophouden te bestaan.

1956

  • Met Sergio Citti schrijft hij voor Fellini’s film Le notti di Cabiria de dialogen in het Romeinse dialect.

1957

  • Juni: Met de dichtbundel Le ceneri di Gramsci wint hij de belangrijke literaire prijs Viareggio.

1958

  • Mei: Bij uitgeverij Longanesi verschijnt de dichtbundel L’usignoli della chiesa cattolica.
  • 19 december: Zijn vader Carlo Alberto overlijdt.

1959

  • April: De roman Una vita violenta, Een gewelddadig leven, wordt genomineerd voor de literaire prijs  Strega.
  • De roman wint later de ‘Stad Crotone’ prijs.

1960

  • Januari: Hij speelt een rol in de film Il Gobbo van regisseur Carlo Lizzani. Zie hier een journaalfilmpje van 30 seconden over de acteur Pasolini.
  • September: Pasolini publiceert bij uitgeverij Garzanti de essaybundel Passione e ideologia, Hartstocht en ideologie.
  • 30 november: De uitgever Scheiwiller publiceert in 600 genummerde exemplaren Pasolini’s dichtbundel ROMA 1950: diario, Milaan: All’insegna del pesce d’oro.
  • December: Hij vertrekt naar India in gezelschap van Alberto Moravia en Elsa Morante. Hij verzorgt voor het dagblad II Giorno een serie reportages, die hij vervolgens publiceert in het boek L’odore dell’India.

1961

  • 31 augustus: Met zijn eerste film Accattone neemt neemt hij deel aan het filmfestival van Venetië.
  • 23 november: De première van Accattone in de Romeinse bioscoop Barberini wordt onderbroken door het geweld van een groep neofascisten.

1962

  • Maart: De film Una vita violenta wordt uitgebracht. Zie hier een wikipagina. De première vindt plaats in de Romeinse bioscoop Quattro Fontane. Aanwezig was ook de Italiaanse President Pietro Nenni. Zie hier een foto.
  • Mei: De roman Il sogno di una cosa, De droom over iets, komt in de boekhandel.
  • 22 september: De film Mamma Roma gaat in Rome in première in de bioscoop Quattro Fontane. In de hoofdrol Anna Magnani. Pasolini wordt bij het verlaten van de bioscoop aangevallen door een groep neofascisten maar hij laat zich niet intimideren.

Pier Paolo Pasolini chronologie

1963

  • 1 maart: De film La Ricotta, een van de vier episoden die samen de film RoGoPaG vormen, wordt in beslag genomen op beschuldiging van ‘belastering van de staatsgodsdienst’. De juridische actie werd in gang gezet door Giuseppe Di Gennaro, de Openbare Aanklager.
  • 7 Maart: Het vonnis is vier maanden gevangenisstraf. In hoger beroep volgt vrijspraak.
  • In het weekblad Espresso schrijft Alberto Moravia: ‘Het zou veel correcter zijn geweest om de regisseur de schuld te geven van het beledigen van de waarden van de Italiaanse kleine en middelgrote bourgeoisie.’
  • 27 juni: Hij reist naar het Heilige Land waar hij de documentaire Sopraluoghi in Palestina opneemt.

1964

  • 6 maart: Het Hoger Gerechtshof in Rome spreekt Pasolini vrij van de aanklacht ‘belediging van de staatsgodsdienst’.
  • Mei: Hij publiceert de dichtbundel Poesia in forma di rosa, Poëzie in de vorm van een roos.
  • 4 september: Op het filmfestival van Venetië wordt zijn film Il Vangelo secondo Matteo, Het evangelie volgens Matteüs, bekroont met de Zilveren Leeuw.

1966

Pier Paolo Pasolini Chronologie van zijn leven
2e druk, november 1975
  • Februari: Uitgeverij Garzanti brengt het boek Uccellacci e Uccellini: Un film di Pier Paolo Pasolini  op de markt.
  • 13 mei: Op het filmfestival van Cannes debuteert hij met de film Uccellacci e Uccellini.
  • September: Pasolini maakt zijn eerste reis naar Amerika. Oriana Fallaci interviewt hem voor het blad Europeo met de titel ‘Un marxista a New York’, Een marxist in New York.

1967

  • 26 oktober: In Venetië interviewt Pasolini de dichter Ezra Pound voor de Rai.

1968

  • 16 juni: Na de oproeren in Valle Giulia in Rome schrijft hij een gedicht waarin hij sympathiseert met de politieagenten. Het heeft als titel I Pci ai Giovani! en was bedoeld voor het tijdschrift Nuovì Argomenti. Het weekblad Espresso legt er de hand op en publiceert het eerder.
  • 4 september: In Venetië wordt zijn film Teorema in beslag genomen op beschuldiging van ‘obsceniteiten’.

1970

  • 12 december: Met politieke activisten van Lotta Continua filmt Pasolini de documentaire “12 december op Piazza Fontana”.

1971

  • 16 februari: De RAI televisie zendt de documentaire Le mura di Sana’a, De muren van Sana’a, uit. Pasolini filmde de documentaire in Noord-Jemen en was een appèl aan de Unesco.
  • April: Zijn dichtbundel Trasumanar e organizzar verschijnt.
  • 29 juni: De film Decameron wint de Zilveren Beer op het Festival van Berlijn

1972

  • April: Pasolini publiceert de essaybundel Empirismo eretico, Ketters empirisme.
  • 2 juli: Op het Filmfestival van Berlijn wint zijn film I racconti di Canterbury de Gouden Beer voor de beste film.

1973

7 januari: Pasolini debuteert met het artikel ‘Contri i cappelli lunghi’, Tegen lang haar, als medewerker van het dagblad Corriere della Sera.

1974

  • 24 mei: Met zijn film Il fiore di mille e una notte, Bloem van duizend-en-een-nacht, opgenomen in Perzië, Noord- en Zuid-Jemen, Nepal, Ethiopië en India, won hij de Special Grand Prix op het filmfestival van Cannes.
  • 10 juni: Na het referendum over echtscheiding schreef hij een artikel in de Corriere della Sera.
  • 14 november: In het dagblad Corriere della sera beschuldigt hij de politieke partij Democrazia cristiana (D.C.) en de rechtse partijen ervan dat zij de werkelijke aanstichters van de bloedbaden zijn. Hij definieert de P.C.I. als ‘Een schoon land in een smerig land. (Wat is dit voor staatsgreep? Ik weet het.)

1975

  • 19 januari: Zijn tekst ‘Sono contro l’aborto’, Ik ben tegen abortus, verschijnt. Heftige polemieken laaien op.
  • 1 februari: De tekst Il vuoto del potere, Het machtsvacuüm, verschijnt. De tekst gaat over de verdwijning van de publieke vrouwen.
  • Mei: Zijn artikelen die verschenen in de Corriere della Sera verschijnen in de bundel Scritti corsari, Piratenschrijfsels.
  • 2 november: In de nacht van 1 op 2 november wordt hij ernstig mishandeld en vervolgens met zijn eigen auto overreden. De moord vindt plaats bij de monding van de Tiber: de Idroscalo di Ostia (zie hier).
  • De politie arresteert de 17 jarige Pino Pelosi, een ‘jongen uit het leven’.
  • 6 november: De dichter wordt begraven in Casarsa. David Maria Turoldo leidt de begrafenisceremonie.
  • 22 november: Albert Moravia houdt een ontroerende toespraak op het Filmfestival van Parijs ter gelegenheid van de voorvertoning van de film Salò o Le 120 giornate di Sodoma. De film zal een gecompliceerde juridische geschiedenis hebben.

1976

  • 26 april: De rechtbank veroordeelt Pino Pelosi tot gevangenis van negen jaar, zeven maanden en tien dagen voor ‘moord in samenwerking met onbekenden’.

1992

  • Uitgeverij Einaudi publiceert postuum de roman Petrolio .

2005

  • 7 mei: In een interview met de omroep Rai Tre beweert Pelosi dat hij het niet schuldig is aan de moord op Pasolini, maar drie onbekenden uit Zuid-Italië.

2015

  • 25 mei: Het gerechtelijk onderzoek naar de moord op Pier Paolo Pasolini wordt definitief afgesloten.

Aantekeningen bij Pier Paolo Pasolini Chronologie van zijn leven

  • Zie hier voor de andere artikelen over Pasolini op di weblog.

 

Rome 1908 wat gebeurde er in de Italiaanse hoofdstad

Het jaar begon opgewekt met een concert in het Theater Augusteo. Het theater startte in het verre 1780 als het Anfitheater Correa. In 1870 kreeg het de naam van koning Umberto I en dit jaar ging het opnieuw van start als concertzaal, maar nu vernoemd naar Augustus. Het verrees immers op de ruïnes van diens mausoleum. De Romeinse dichter Trilussa publiceert in de lente zijn bundel Ommini e bestie, Mensen en beesten. De lijst Rome 1908 wat gebeurde er in de hoofdstad bevat 8 dagen die eruitspringen.

16 februari

  • Het anfitheater Correa verandert na de verbouwing een auditorium en heet voortaan Theater Augusteo. Maestro Giuıseppe Martucci (1856-1909) dirigeerde het feestelijke openingsconcert. Voor de restauratie was de Romeinse architect Marcello Piacentini (1881-1960) verantwoordelijk.
  • Ernesto Bonaiuti (1881-1946) publiceert zijn boek Lettere di un prete modernista, Brieven van een modernistische priester. Hij sticht bovendien het tijdschrift Nova et Vetera. De Heilige Stoel wijst de auteur terecht.

7 maart

  • Rome 1908 wat gebeurde er in de hoofdstadDe geboortedag van Anna Magnani (1908-1973). Zij begon als toneelspeelster maar verwierf wereldwijde roem als filmster. Films die zich afspelen in Rome zullen een belangrijke rol vervullen in haar lange carrière.

2 april

  • Onrust in de stad in de zone van piazza del Gesù en richting Colosseum na de dood van een arbeider door een ongelijk op het werk. Demonstraties en gevechten tussen de politie en de demonstrerende arbeiders.

20 april

  • Léon Delagrange (1875-1912) begint op Piazza d’Armi met zijn eerste experimenten om te vliegen. De proeven zouden een week gaan duren.

21 april

  • Men opent de Giuseppe Mazzinibrug over de Tiber. De ingenieur Lorenzo Viani (1882-1936) was de ontwerper van het werk.

22 april

  • Men opent de brug die Villa Borghese met het Pincio verbindt.

4 oktober

  • Rome 1908 wat gebeurde er in de hoofdstadHet nieuwe gebouw van de Unione Militare opent in de Via Tomacelli zijn deuren. Het bedrijf leverde uniformen aan het Italiaanse leger. De afbeelding hiernaast komt van de wikipedia pagina. De beroemde Italiaanse architect Massimiliano Fuksas restaureerde het gebouw en leverde het op in 2013.

29 oktober

  • Pius X decreteert met zijn Promulgandi Pontificias de publicatie van een soort officiële gazet met de titel: «Acta ApostoLicae Sedis»,waarin de handelingen van de Heilige Stoel zijn opgenomen.

2 december

  • Dit is de geboortedag van Alberto Ziveri (1908-1990). Hij zal beroemd worden al kunstenaar en van betekenis voor de stroming Scuola romana.

28 december

  • Op piazza Venezia opent het Romeinse filiaal van de beroemde schoenfabriek  Calzaturificio di Varese.

Terug naar 1907
Ga naar 1909
Alle jaren

Aantekeningen bij Rome 1908 wat gebeurde er in de hoofdstad

  • Rome 1908 wat gebeurde er in de hoofdstadTrilussa was de schijversnaam van Carlo Alberto Salustri (1871-1950). Hij schreef zijn poëzie in het Romeinse dialect. Hij schreef het gedicht La morte der gatto, De dood van de kat. Vergeleken met het dialect van Belli was dat van Trilussa sterker beïnvloed door het Italiaans. De kaft hiernaast is uit 1923.  De bundel wordt nog steeds herdrukt.
  • Voor de kunstschilder Alberto Ziveri zie de pagina (it) van wikipedia.

Woordenboek Pasolini in Rome zal onmisbaar blijken

Dit stukje gaat over het woordenboek Pasolini in Rome. Pasolini werd op 5 maart 1922 in Bologna geboren, maar woonde vanaf januari 1950 in Rome. In de nacht van 1 op 2 november 1975 werd hij vermoord in Ostia door een jongeman van 17 jaar, Pino Pelosi (1958-2017), die de dichter enige uren daarvoor op het plein van station Termini in zijn Fiat Alfa Romeo had verwelkomd. Een eerste gedetailleerde reconstructie van de laatste uren van de dichter en regisseur vindt men als proloog op de biografie die zijn vriend Enzo Siciliano in 1978 publiceerde. Eén van de recentere reconstructies is de documentaire van de italiaanse historicus Paolo Mieli.

De gids van Dario Pontuale

Woordenboek Pasolini in Rome zal onmisbaar blijken
Omslag. Pasolini met Totò tijdens de opnamen voor Uccellacci e uccellini. (Foto van Davide Cavicchioli. )

De schrijver en literatuurcriticus Enzo Siciliano (1934-2006) is één van de zesentwintig personen (zie de lijst aan het einde van deze post)  van wie de jonge Romeinse  schrijver Dario Pontuale in zijn boek ‘Het Rome van Pasolini: Een stadswoordenboek’ hun relatie met de dichter beschrijft. Iets meer dan de helft van de in totaal 129 lemma’s zijn gewijd aan de plaatsen die in het leven van Pier Paolo Pasolini een belangrijke rol speelden. Het gaat om straten, pleinen, buurten, heuvels en niet te vergeten de bruggen en de twee rivieren, de Tiber en de Aniene. Daarnaast beschrijft Pontuali restaurants, café’s, bioscopen en andere gebouwen. Dan zijn de lemma’s over de films die Pasolini in Rome heeft gemaakt en die over het literaire werk – te beginnen met Ragazzi di vita –  gerelateerd aan plaatsen in Rome.

Film en literaire werken

De auteur bespreekt zes films die in de stad en de omgeving tot stand kwamen:

Accatone
Comizi d’amore
Mamma Roma
Ro.Go.Pa.G
Salò o le 120 giorni di Sodoma
Uccellacci e uccellini.

Pontuali vermeldt een gebeurtenis in de bioscoop Vier Fontijnen, één van de twee die worden besproken en in de straat ligt van dezelfde naam: via Quattro Fontane, een zijstraat van de via Nazionale, in het hart van stad. Het verhaal plaatst ons midden in de politieke kwestie die Pasolini in de Romeinse periode óók is geweest. Na afloop van de première van Mamma Roma op 22 september 1962, wordt de regisseur in de foyer grof uitgescholden door een rechtse student. Pasolini verliest zijn geduld, haalt uit en de jonge fascist gaat tegen de grond. De reactionaire pers, altijd tuk om Pasolini aan te pakken, gaat in de aanval en buit het voorval uit. Het was één van de vele honderden agressies, waarvan er 33 uitliepen op een rechtzaak.

Deze literaire werken krijgen in het boek aandacht:

Alì dagli occhi azzurri
La religione del mio tempo
Le cenere di Gramsci
Petrolio
Poesia in forma di rosa
Ragazzi di vita
Una vita violenta.

Een voorbeeld

De tekst van het lemma ‘De as van Gramsci’ geeft een idee van Pontuali’s werkwijze:

Voordat de elf korte gedichten werden gebundeld en door uitgeverij Garzanti in 1957 gepubliceerd als De as van Gramsci, waren ze in het jaar daarvoor verschenen in het tijdschrift Nuovi Argomenti, dat was opgericht door Alberto Carocci en Alberto Moravia, naar het voorbeeld van Sartre’s Les Temps Modernes. Elsa Morante had de gedichten in manuscript gelezen en Moravia liep warm voor de publicatie in het tijdschrift dat tot dan toe alleen essays had geplaatst.

2e fragment

Het eerbetoon aan Antonio Gramsci wordt gerechtvaardigd door de politieke affiniteit met de dichter en diens oprechte interesse voor linguïstische en culturele randgebieden, maar vooral door de overtuiging van het belang van een ‘nationale volksliteratuur’. In de bundel – die uitkwam na de gebeurtenissen in Hongarije – wisselen autobiografische elementen, overdenkingen van ideologische aard, intellectuele aspecten, artistieke ideeën en politieke overwegingen elkaar af. Het zijn de coördinaten voor een schets van een nederig, spontaan en kaalgeslagen naoorlogs Italië, dat wordt doorkruist door een groeiend aantal conflicten en een onderhuidse onrust. Het taalgebruik is vernieuwend en krachtig, hoopvol en wanhopig, levend en brutaal, verheven en volks, en krijgt vorm in terzinen van elflettergrepige verzen, die doen denken aan Pascoli en Dante. De verzen zijn onregelmatig door het gebruik van imperfect rijm en de frequente aanwending van enjambements.

3e fragment

Dit zijn de stylistische elementen, die deze poëzie opstuwen tot ongekende hoogten. Op 16 december 1958, tijdens een gesprek met de journalist Roberto De Monticelli, verklaart Pasolini: ‘Mijn poëzie verschilt van die van de twintigste eeuw: ‘Zij vervangt het onlogische met het analogische, het probleem met de genade.’ De criticus Carlo Salinari karakteriseert de gedichten als ‘De eerste werkelijk belangrijke bundel van de nieuwe generatie.’ In een brief aan de auteur schrijft Livio Garzanti spijtig: ‘Uw boek is goed verkocht, maar ik heb de domheid begaan er slechts vijftienhonderd te laten drukken. Ik heb nu de opdracht gegeven voor een herdruk, want het is in deze dagen opgeraakt.’ (pp. 78-80.)

De namen in vet verwijzen naar een lemma elders in het boek. Op die manier komt  een dicht netwerk van nuttige cross-references tot stand. De gegevens over de wijken in de stad waarin Pasolini heeft gewoond, over de personen met wie hij bevriend was en over degenen met wie hij samenwerkte, maken het boek van Pontuale tot een waardevol instrument voor lezers en onderzoekers van Pasolini’s werk. Het zou ook kunnen dienen als een handleiding voor hen die een ‘pelgrimstocht’ naar het Pasoliniaanse Rome willen ondernemen. De plattegronden die in het boek zijn opgenomen, helpen daarbij.

Romeinse borgate

Wie naar de plaatsen op zoek gaat, krijgt te maken met de Romeinse ‘borgate’ (enkelvoud ‘borgata’). Die waren zeer belangrijk voor Pasolini. Cyrille Offermans gebruikt in De Groene Amsterdammer van 4 juli 2012 de term ‘sloppenwijken’, maar uit het boek van Pontuali blijkt dat dit woord slechts in een heel beperkt aantal gevallen van toepassing is. Ik vond op een website (www.romasparita.eu) een foto van de wijk Gordiani uit het begin van de jaren vijftig.  Op de voorgrond een stuk van een sloppenwijk, op de achtergrond de wijk met flatgebouwen waarvoor ook nu nog de term ‘borgata’ gangbaar is.

Portuali citeert Pasolini, die in 1958 schrijft: ‘De ‘borgata’ is een typisch Romeins verschijnsel, aangezien Rome de hoofdstad was van de fascistische staat. Het is waar, dat ook vandaag nog ‘borgate’ ontstaan, maar die zou men

‘vrije borgate’ kunnen noemen: grillige groepen huisjes van één of twee verdiepingen, zonder dak, jarenlang zonder lijstwerk, ongeschilderd, kalkwit glinsterend in de zon, veraf op het aan zijn lot overgelaten platteland, lijkend op bedoeïenendorpen.’ (p. 57) Dit lijkt een ietwat geromantiseerd beeld van een keiharde werkelijkheid die varieerde van schrijnende armoede en verpaupering in sommige delen van de stadsperiferie tot de enorme naoorlogse woonwijken die in de jaren zestig en zeventig niet zelden aan hun lot werden overgelaten.

De situatie vandaag

Grote wijken als Torbellamonica hebben ook vandaag te maken met ernstige sociale problemen, maar een vergelijking met de jaren vijftig of met de omstandigheden van vóór de oorlog, is niet correct. De sloop- en bouwplannen van Benito Mussolini verdreven in die tijd vele duizenden bewoners uit het centrum, die vervolgens in buitengewoon slechte behuizingen ‘buiten’ de stad werden ondergebracht. In de loop van de jaren vijftig was het aantal ‘borgate’ uitgegroeid tot een dozijn. Portuali bespreekt de vijf die in het werk van Pasolini een rol spelen: Gordiani, Pietralata, Rebibbia, Tiburtina III en de wijk Trullo. Het waren ook de wijken waar de ‘antropoloog’ en de in het Romeinse dialect geïnteresseerde Pasolini op zoek ging naar zijn materiaal en personages.

Dit woordenboek Pasolini in Rome kan men met recht een kleine Pasolini encyclopedie noemen. Het bevat ruim zeventig z/w afbeeldingen, een overzicht van de gebruikte websites en een bibliografie. Ondanks de ontbrekende namenindex, een pijnlijke omissie, een must voor Pasolini-lezers.

Aantekeningen bij Woordenboek Pasolini in Rome

  • Dario Pontuale, La Roma di Pasolini. Dizionario urbano, Nova Delphi, Rome, 20182.
  • Enzo Siciliano, Vita di Pasolini, Introduzione di Angelo Romanò. Nuova edizione. Rizzoli, Milaan 19812.
  • De gunstige bespreking van de vertaling van De as van Gramsci van Luc Devoldere door Cyrille Offermans heeft als titel: ‘Dichter van de zwijnenstal’. Merkwaardig, want het zou de vertaling moeten zijn van ‘Poeta della porcata’, terwijl ‘zwijnenstal’ in het Italiaans ‘porcile’ is. Pasolini schreef trouwens een theaterstuk  met de titel Porcile (1966), maar dit terzijde. Ik ken de vertaling van Devoldere niet, maar als Offermans goed heeft geciteerd, dan ben ik er niet gerust op.
  • Voor nog een boek over Pasolini hier.

Personen

De namen van de personen aan wie in het boek een lemma wordt gewijd:
(De  achternaam is gelinkt naar een Nederlandse wikipedia-pagina.)

Giorgio Bassani (1916-2000)
Dario Bellezza (1944-1996)
Attilio Bertolucci (1911-2000)
Bernardo Bertolucci (1940-2018)
Laura Betti (1927-2004)
Giorgio Caproni (1912-1990)
Vincenzo Cerami (1940-2013)
Franco Citti (1935-2016)
Sergio Citti (1933-2005)
Ninetto Davoli (°1948)
Federico Fellini (1920-1993)
Franco Fortini (1917-1994)
Carlo Emilio Gadda (1893-1973)
Livio Garzanti (1921-2015)
Renato Guttoso (1911-1987)
Anna Magnani (1908-1973)
Dacia Maraini (°1936)
Elsa Morante (1912-1985)
Alberto Moravia (1907-1990)
Renzo Paris (°1944)
Silvio Parrello (°1942)
Pino (Giuseppe) Pelosi (1958-2017)
Sandro Penna (1906-1977)
Enzo Siciliano (1934-2006)
Totò (1898-1967)

Bijgewerkt in december 2020