Onder de documenten op de tentoonstelling “De verdronkenen. Rome 16 oktober 1943”, “I Sommersi. Roma 16 ottobre 1943” (tot 18 februari 2024 in de Capitolijnse Musea) zag ik in een vitrine een vergeelde krantenpagina. Het artikel waarvoor de samenstellers aandacht vragen, kopt ‘Pogrom in Rome’. Het verscheen op Lees verder “Een Pogrom in Rome. In de krant van 26 oktober 1943”
Rome 1922 wat gebeurde er in de Italiaanse hoofdstad
In 1922 vonden in de Italiaanse hoofdstad belangrijke gebeurtenissen plaats. En wel op de gebieden van economie, politiek en religie. Hun invloed is merkbaar tot op de dag van vandaag. Eerst het economische. In 1922 bouwde de bierfabriek Peroni een grote vestiging in de buurt van Porta Pia. Het biermerk werd steeds meer een stimulans voor de economie van de hoofdstad. Het bedrijf was trouwens niet Romeins. In 1846 werd het opgericht in Vigevano. In 1864 opende men een filiaal in Rome. Maar Peroni is meer dan economie. Het is ook een glanzend steentje in het cultuur-historische mozaïek van de Italiaanse identiteit. Dit jaar opent ook een historisch café op Piazza del Popolo: Caffè Rosati. Heel anders van aard waren de verkiezing van paus Pius XI, de mars op Rome en de eerste regering Mussolini. Dit overzicht ‘Rome 1922 wat gebeurde er in de Italiaanse hoofdstad’ geeft een lijstje van ruim twintig dagen.
De belangrijkste gebeurtenissen in oktober, november en december betreffen het begin van de machtsperiode van Mussolini en de dictatuur van het fascisme. De terugkeer naar de democratie voltrok zich in 1946 met het referendum waarmee het volk koos voor de republiek als staatsvorm.
22 januari
-
Paus Benedictus XV overlijdt. Zijn naam was Giacomo Paolo Giovanni Battista della Chiesa (1854-1922), geboren in Genua op 21 november 1854.
-
Hij was paus van 1914 tot aan zijn dood. Fel tegenstander van de Eerste Wereldoorlog.
2 februari
- De regering van eerste minister Ivanoe Bonomi (1873-1951) komt ten val. Zijn aftreden is het gevolg van politieke acties van Mussolini. Wikipedia.
5 februari
- In de Sixtijnse Kapel begint het conclaaf.
6 februari
- Het conclaaf kiest Achille Ratti (1857-1939) tot nieuwe paus. Bij zijn kroning op 12 februari 1922 neemt hij de naam Pius XI aan. Wikipedia.
24 mei
- Tijdens de herbegraving in Rome van de oorlogsheld Enrico Toti (1882-1916) breken bloedige rellen uit. Met aan de ene kant de comunisten en anarchisten, en aan de andere de koninklijke troepen (Guardia Regia). Men betreurde een dode en er vielen ruim twintig gewonden. Een algemene staking volgt. De gebeurtenis geeft één ding goed aan: de politieke situatie was zeer gespannen.
4 juni
- Vandaag wijdt men in Palazzo Venezia de kunsthistorische bibliotheek in. De complete naam: Biblioteca di Archeologia e Storia dell’Arte. Zie de Website.
18 juni
- Tegenover Station Termini opent het Huis van de Passagier, la Casa del Passeggero. Het was eigenlijk een hotel. Het was bedoeld voor de treinreizigers en mensen van buiten die per tram de stad bereikten. In het huis nam regisseur Dino Risi in 1959 enkele scènes op voor een film. De bekende Milanese schrijver Alberto Arbassino gaf het huis een rol in zijn verhalen.
1 augustus
- De regering van eerste minister Luigi Facto (1831-1930) treedt af. Aanleiding was de weigering van de koning de noodwet te tekenen. Die wet was bedoeld om Mussolini met de inzet van het leger een halt toe te roepen. Facta vormt daarna echter weer een nieuwe regering. Wikipedia.
21 september
- Op deze dag opende men officiëel de galerijen van Piazza Colonna. Het was een ontwerp van de architect Dario Carbone (1857-1934).
27 oktober
- De fascistische milities kondigen de Mars op Rome aan.
- Regering Luigi Facta presenteert aan de koning een ontwerp noodwet. Die zou feitelijk tot een staat van bezetting leiden. Vittorio Emanuele III weigert opnieuw te tekenen.
- Generaal Arturo Cittadini (1864-1928), adjudant des konings, stuurt uit diens naam een telegram aan Mussolini om hem naar Rome te ontbieden.
28 oktober
- De Mars op Rome vindt plaats.
- Regering Facta II treedt af.
- De rechts-liberale leider Antonio Salandra krijgt opdracht een nieuwe regering te vormen.
29 oktober
- De fascisten wijzen een regering Salandra af.
- Mussolini neemt om 20.30 de nachttrein met slaapcoupé van Milaan naar Rome.
30 oktober
- De fascistische milities krijgen toestemming om Rome binnen te trekken. Het leger en de politie komen niet in actie.
- Mussolini arriveert om 10.50 uur in de hoofdstad en begeeft zich vervolgens naar het Quirinaal. Na een gesprek van een uur draagt de koning hem formeel op een regering te vormen.
- Dezelfde avond om 19.20 uur presenteert Mussolini zijn lijst ministers aan de koning, die instemt met het voorstel. Mussolini’s regering bestaat uit twaalf ministers waaronder drie fascisten. Verder een liberaal, een democraat en leden van andere politieke richtingen. Mussolini neemt overigens de ministeries van binnenlandse en buitenlandse zaken ad interim onder zijn hoede.
31 oktober
- Honderduizend zwarthemden van de P.N.F., de Partito Nazionale Fascista, komen bijeen in Villa Borghese. Vandaar trekken zij op naar het Altaar van het Vaderland, zie afbeelding waarmee deze post opent. Daarna presenteren zij zich voor het Quirinaal, de koninklijke residentie.
- De regering Mussolini wordt beëdigd in het koninklijk paleis.
1 november
- Fascistische knokploegen molesteren Giuseppe Lemmi en Nicola Bombacci (1879-1945). Zij behoorden tot de oprichters van de Italiaanse comunistische partij. Bombacci werd in 1935 fascist en bracht het na 1943 zelfs tot adviseur van Mussolini. Zie hier voor foto’s uit die dagen.
2 november
- De Romeinse politie maakt in een rapport melding van 19 doden en veel gewonden als gevolg van acties van fascistische knokploegen.
16 november
- Mussolini houdt in de Kamer een arrogante rede. Hij krijgt het vertrouwen van 306 kamerleden. Er stemmen 116 leden tegen. Deze rede krijgt bekendheid als de Toespraak van het Bivak.
25 november
- De tweede kamer stemt in met de wet die aan de regering volledige macht verleent. Stemming: 275 voor, 90 tegen. Twee dagen later stemt ook de senaat voor de wet.
15 december
- Mussolini roept in zijn suite in het Grand Hotel de vergadering bijeen die vanaf deze dag de Grote raad van het fascisme (Gran consiglio del fascismo) zal heten.
21 december
- In een toespraak in de Kamer op 17 november was het antifascistische kamerlid Giovanni Conti (1882-1957) van de Italiaanse republikeinse partij fel van leer getrokken tegen Mussolini en diens regering. Een Romeinse fascistische knokploeg verschaft zich met geweld toegang tot zijn woning. Hij wordt gemolesteerd en gedwongen wonderolie, ‘olio di ricino’, te drinken.
23 december
- Pius XI kondigt in de encycliek Ubi arcano Dei het XXIIIº Heilige Jaar aan. Het zal worden gevierd in 1925.
28 december
- In het Paleis van de familie Chigi is een belangrijke bibliotheek. Mussolini schenkt haar aan de Vaticaanse Bibliotheken. Het Paleis geeft hij de bestemming regeringszetel. En dat is tot op heden zo gebleven. Wikipedia.
29 december
- De aardbeving in Centraal Italië wordt ook in Rome gevoeld. Tijdstip: rond 12.20 uur.
30 december
- Mussolini vaardigt een arrestatiebevel uit voor alle Italiaanse leden van de delegatie die hadden deelgenomen aan het IV Congres van de Derde Internationale te Moscou. Onder hen waren Amadeo Bordiga en Antonio Gramsci.
Terug naar 1921
Ga naar 1923
Naar alle jaren
Aantekeningen bij Rome 1922 Gedenkwaardige dagen in de hoofdstad
- We zijn nu honderd jaar verder. Vooral de mars op Rome en het begin van de fascistische dictatuur zullen dit en de komende jaren veel aandacht krijgen.
- Voor Caffè Rosati zie hier hun website met enkele historische foto’s. Voor het een Caffè werd, was er in het pand een melkwinkel, latteria, gevestigd. De naam Rosati is de achternaam van de broers Enrico en Marco die de bedrijfsruimte in 1922 verwierven.
- Zie voor het gebruik van wonderolie deze pagina.
Gramsci over Italo Svevo en Svevo’s ontdekking in Italië
Dit artikel over een tekst van Antonio Gramsci over Italo Svevo, die zou zijn ontdekt door Italiaanse letterkundigen, geeft aan dat de polemiek al vrij snel na de dood van Svevo was ontbrand. Gramsci’s opstel dateert uit 1932 en staat in een van de schriften waarin hij zijn aantekeningen noteerde gedurende de jaren die hij doorbracht in de Lees verder “Gramsci over Italo Svevo en Svevo’s ontdekking in Italië”
Woordenboek Pasolini in Rome zal onmisbaar blijken
Dit stukje gaat over het woordenboek Pasolini in Rome. Pasolini werd op 5 maart 1922 in Bologna geboren, maar woonde vanaf januari 1950 in Rome. In de nacht van 1 op 2 november 1975 werd hij vermoord in Ostia door een jongeman van 17 jaar, Pino Pelosi (1958-2017), die de dichter enige uren daarvoor op het plein van station Termini in zijn Fiat Alfa Romeo had verwelkomd. Een eerste gedetailleerde reconstructie van de laatste uren van de dichter en regisseur vindt men als proloog op de biografie die zijn vriend Enzo Siciliano in 1978 publiceerde. Eén van de recentere reconstructies is de documentaire van de italiaanse historicus Paolo Mieli.
De gids van Dario Pontuale
De schrijver en literatuurcriticus Enzo Siciliano (1934-2006) is één van de zesentwintig personen (zie de lijst aan het einde van deze post) van wie de jonge Romeinse schrijver Dario Pontuale in zijn boek ‘Het Rome van Pasolini: Een stadswoordenboek’ hun relatie met de dichter beschrijft. Iets meer dan de helft van de in totaal 129 lemma’s zijn gewijd aan de plaatsen die in het leven van Pier Paolo Pasolini een belangrijke rol speelden. Het gaat om straten, pleinen, buurten, heuvels en niet te vergeten de bruggen en de twee rivieren, de Tiber en de Aniene. Daarnaast beschrijft Pontuali restaurants, café’s, bioscopen en andere gebouwen. Dan zijn de lemma’s over de films die Pasolini in Rome heeft gemaakt en die over het literaire werk – te beginnen met Ragazzi di vita – gerelateerd aan plaatsen in Rome.
Film en literaire werken
De auteur bespreekt zes films die in de stad en de omgeving tot stand kwamen:
Accatone
Comizi d’amore
Mamma Roma
Ro.Go.Pa.G
Salò o le 120 giorni di Sodoma
Uccellacci e uccellini.
Pontuali vermeldt een gebeurtenis in de bioscoop Vier Fontijnen, één van de twee die worden besproken en in de straat ligt van dezelfde naam: via Quattro Fontane, een zijstraat van de via Nazionale, in het hart van stad. Het verhaal plaatst ons midden in de politieke kwestie die Pasolini in de Romeinse periode óók is geweest. Na afloop van de première van Mamma Roma op 22 september 1962, wordt de regisseur in de foyer grof uitgescholden door een rechtse student. Pasolini verliest zijn geduld, haalt uit en de jonge fascist gaat tegen de grond. De reactionaire pers, altijd tuk om Pasolini aan te pakken, gaat in de aanval en buit het voorval uit. Het was één van de vele honderden agressies, waarvan er 33 uitliepen op een rechtzaak.
Deze literaire werken krijgen in het boek aandacht:
Alì dagli occhi azzurri
La religione del mio tempo
Le cenere di Gramsci
Petrolio
Poesia in forma di rosa
Ragazzi di vita
Una vita violenta.
Een voorbeeld
De tekst van het lemma ‘De as van Gramsci’ geeft een idee van Pontuali’s werkwijze:
Voordat de elf korte gedichten werden gebundeld en door uitgeverij Garzanti in 1957 gepubliceerd als De as van Gramsci, waren ze in het jaar daarvoor verschenen in het tijdschrift Nuovi Argomenti, dat was opgericht door Alberto Carocci en Alberto Moravia, naar het voorbeeld van Sartre’s Les Temps Modernes. Elsa Morante had de gedichten in manuscript gelezen en Moravia liep warm voor de publicatie in het tijdschrift dat tot dan toe alleen essays had geplaatst.
2e fragment
Het eerbetoon aan Antonio Gramsci wordt gerechtvaardigd door de politieke affiniteit met de dichter en diens oprechte interesse voor linguïstische en culturele randgebieden, maar vooral door de overtuiging van het belang van een ‘nationale volksliteratuur’. In de bundel – die uitkwam na de gebeurtenissen in Hongarije – wisselen autobiografische elementen, overdenkingen van ideologische aard, intellectuele aspecten, artistieke ideeën en politieke overwegingen elkaar af. Het zijn de coördinaten voor een schets van een nederig, spontaan en kaalgeslagen naoorlogs Italië, dat wordt doorkruist door een groeiend aantal conflicten en een onderhuidse onrust. Het taalgebruik is vernieuwend en krachtig, hoopvol en wanhopig, levend en brutaal, verheven en volks, en krijgt vorm in terzinen van elflettergrepige verzen, die doen denken aan Pascoli en Dante. De verzen zijn onregelmatig door het gebruik van imperfect rijm en de frequente aanwending van enjambements.
3e fragment
Dit zijn de stylistische elementen, die deze poëzie opstuwen tot ongekende hoogten. Op 16 december 1958, tijdens een gesprek met de journalist Roberto De Monticelli, verklaart Pasolini: ‘Mijn poëzie verschilt van die van de twintigste eeuw: ‘Zij vervangt het onlogische met het analogische, het probleem met de genade.’ De criticus Carlo Salinari karakteriseert de gedichten als ‘De eerste werkelijk belangrijke bundel van de nieuwe generatie.’ In een brief aan de auteur schrijft Livio Garzanti spijtig: ‘Uw boek is goed verkocht, maar ik heb de domheid begaan er slechts vijftienhonderd te laten drukken. Ik heb nu de opdracht gegeven voor een herdruk, want het is in deze dagen opgeraakt.’ (pp. 78-80.)
De namen in vet verwijzen naar een lemma elders in het boek. Op die manier komt een dicht netwerk van nuttige cross-references tot stand. De gegevens over de wijken in de stad waarin Pasolini heeft gewoond, over de personen met wie hij bevriend was en over degenen met wie hij samenwerkte, maken het boek van Pontuale tot een waardevol instrument voor lezers en onderzoekers van Pasolini’s werk. Het zou ook kunnen dienen als een handleiding voor hen die een ‘pelgrimstocht’ naar het Pasoliniaanse Rome willen ondernemen. De plattegronden die in het boek zijn opgenomen, helpen daarbij.
Romeinse borgate
Wie naar de plaatsen op zoek gaat, krijgt te maken met de Romeinse ‘borgate’ (enkelvoud ‘borgata’). Die waren zeer belangrijk voor Pasolini. Cyrille Offermans gebruikt in De Groene Amsterdammer van 4 juli 2012 de term ‘sloppenwijken’, maar uit het boek van Pontuali blijkt dat dit woord slechts in een heel beperkt aantal gevallen van toepassing is. Ik vond op een website (www.romasparita.eu) een foto van de wijk Gordiani uit het begin van de jaren vijftig. Op de voorgrond een stuk van een sloppenwijk, op de achtergrond de wijk met flatgebouwen waarvoor ook nu nog de term ‘borgata’ gangbaar is.
Portuali citeert Pasolini, die in 1958 schrijft: ‘De ‘borgata’ is een typisch Romeins verschijnsel, aangezien Rome de hoofdstad was van de fascistische staat. Het is waar, dat ook vandaag nog ‘borgate’ ontstaan, maar die zou men
‘vrije borgate’ kunnen noemen: grillige groepen huisjes van één of twee verdiepingen, zonder dak, jarenlang zonder lijstwerk, ongeschilderd, kalkwit glinsterend in de zon, veraf op het aan zijn lot overgelaten platteland, lijkend op bedoeïenendorpen.’ (p. 57) Dit lijkt een ietwat geromantiseerd beeld van een keiharde werkelijkheid die varieerde van schrijnende armoede en verpaupering in sommige delen van de stadsperiferie tot de enorme naoorlogse woonwijken die in de jaren zestig en zeventig niet zelden aan hun lot werden overgelaten.
De situatie vandaag
Grote wijken als Torbellamonica hebben ook vandaag te maken met ernstige sociale problemen, maar een vergelijking met de jaren vijftig of met de omstandigheden van vóór de oorlog, is niet correct. De sloop- en bouwplannen van Benito Mussolini verdreven in die tijd vele duizenden bewoners uit het centrum, die vervolgens in buitengewoon slechte behuizingen ‘buiten’ de stad werden ondergebracht. In de loop van de jaren vijftig was het aantal ‘borgate’ uitgegroeid tot een dozijn. Portuali bespreekt de vijf die in het werk van Pasolini een rol spelen: Gordiani, Pietralata, Rebibbia, Tiburtina III en de wijk Trullo. Het waren ook de wijken waar de ‘antropoloog’ en de in het Romeinse dialect geïnteresseerde Pasolini op zoek ging naar zijn materiaal en personages.
Dit woordenboek Pasolini in Rome kan men met recht een kleine Pasolini encyclopedie noemen. Het bevat ruim zeventig z/w afbeeldingen, een overzicht van de gebruikte websites en een bibliografie. Ondanks de ontbrekende namenindex, een pijnlijke omissie, een must voor Pasolini-lezers.
Aantekeningen bij Woordenboek Pasolini in Rome
- Dario Pontuale, La Roma di Pasolini. Dizionario urbano, Nova Delphi, Rome, 20182.
- Enzo Siciliano, Vita di Pasolini, Introduzione di Angelo Romanò. Nuova edizione. Rizzoli, Milaan 19812.
- De gunstige bespreking van de vertaling van De as van Gramsci van Luc Devoldere door Cyrille Offermans heeft als titel: ‘Dichter van de zwijnenstal’. Merkwaardig, want het zou de vertaling moeten zijn van ‘Poeta della porcata’, terwijl ‘zwijnenstal’ in het Italiaans ‘porcile’ is. Pasolini schreef trouwens een theaterstuk met de titel Porcile (1966), maar dit terzijde. Ik ken de vertaling van Devoldere niet, maar als Offermans goed heeft geciteerd, dan ben ik er niet gerust op.
- Voor nog een boek over Pasolini hier.
Personen
De namen van de personen aan wie in het boek een lemma wordt gewijd:
(De achternaam is gelinkt naar een Nederlandse wikipedia-pagina.)
Giorgio Bassani (1916-2000)
Dario Bellezza (1944-1996)
Attilio Bertolucci (1911-2000)
Bernardo Bertolucci (1940-2018)
Laura Betti (1927-2004)
Giorgio Caproni (1912-1990)
Vincenzo Cerami (1940-2013)
Franco Citti (1935-2016)
Sergio Citti (1933-2005)
Ninetto Davoli (°1948)
Federico Fellini (1920-1993)
Franco Fortini (1917-1994)
Carlo Emilio Gadda (1893-1973)
Livio Garzanti (1921-2015)
Renato Guttoso (1911-1987)
Anna Magnani (1908-1973)
Dacia Maraini (°1936)
Elsa Morante (1912-1985)
Alberto Moravia (1907-1990)
Renzo Paris (°1944)
Silvio Parrello (°1942)
Pino (Giuseppe) Pelosi (1958-2017)
Sandro Penna (1906-1977)
Enzo Siciliano (1934-2006)
Totò (1898-1967)
Bijgewerkt in december 2020