Deze twee gedichten van Franco Fortini komen uit zijn bundel Una volta per sempre, Eens en voor altijd. De hieronder aangeboden versies zijn van de vertaler Frans van Dooren. Ze zijn afkomstig uit zijn bloemlezing Gepolijst albast: Acht eeuwen Italiaanse poëzie uit 1994. Lees verder “Franco Fortini Twee gedichten Over Brecht Over een dakrand”
Stationsplantsoen van Marino Moretti Een gedicht uit 1911
Meer dan een eeuw
Uit het jaartal in de titel van deze post blijkt, dat dit gedicht 111 jaar geleden voor het eerst gepubliceerd werd. Marino Moretti (1885-1979) stond in de traditie van de zogenaamde ‘schemerdichters’. Zij kwamen in verzet tegen de in die tijd dominerende hoogdravende lyriek waarvan D’Annunzio de belangrijkste exponent was. Men kan Stationsplantsoen van Marino Moretti een goed voorbeeld noemen van de nadruk op het alledaagse en het gewone dat bij hem en zijn medestanders de hoofdrol speelde. Motieven als de eenvoud, droefheid, nostalgie, grijze luchten en regen, treft men in zijn dichtwerk aan.
De italianist Frans van maakte van deze compositie een Nederlandse versie, die hij afdrukte in zijn bloemlezing
. Dit is zijn vertaling:Stadsplantsoen
’t Stationsplantsoen van San Giovanni of San Siro,
waar overal de passiebloemen bloeien, wordt
omgeven door een schrale heg van tenger riet
waardoor zich rozige akkerwinden slingeren.
In ’t midden blinkt de ronding vàn een stille vijver,
waarin bij ’t dunne waterstraaltje een bloemblad valt.
En ’t is of de adem van de voorjaarsbries de vlinders
naar de mimosa, kamperfoelie en cactus blaast,
en ‘r zonlicht uit een rijk van goud, opaal of blauw
er als een sterveling door ’t hek naar binnen komt,
terwijl ’t goedig stationnetje, dat roze oprijst,
bedeesd de naam van zijn patroonheilige fluistert.
xxxxx
En wij, wij gaan wie weet waarheen met onze illusies,
steeds weer op zoek naar nieuw geluk, naar nieuwe steden,
naar ’t onbekende en de avondstond, terwijl ’t plantsoen
wanneer je er uit de trein naar kijkt, zindert van lente.
Er loopt een meisje rond, dat onbekommerd lacht
en zich niet drukmaakt om de trein of wat dan ook.
’t Stationsplantsoen van San Martino of San Celso
met die cipres of die moerbeiboom die de wacht houdt,
een ingetogen tuin die rustig luistert naar
de stem van ‘r waterstraaltje en ’t brommen van de hommel!
Wie stapt voorgoed de trein uit om jouw fris gezicht,
o dochtertje van de stationschef, lief te hebben?
Aantekeningen bij Stationsplantsoen van Marino Moretti
- De dichter Marino Moretti was mede aanleiding tot het ontstaan van het woord schemerdichters. De literatuurcriticus en germanist G.A. Borgese (1882-1952) nam in een beroemd geworden bespreking uit 1910 Moretti’s dichten op de korrel. Zie hier voor meer informatie over deze stroming.
- Het gedicht verscheen in de bundel Poesie di tutti i giorni, Gedichten van elke dag. In de titel herkent men direct een product van een zogenaamde ‘schemerdichter’.
- Voor de bloemlezing van Frans van Dooren zie hier.
Acht eeuwen Italiaanse poëzie door Frans van Dooren
Bijna 400 pagina’s Italiaanse poëzie in het Nederlands in één band. Deze bloemlezing – Gepolijst albast. Acht eeuwen Italiaanse poëzie – ontstond in krap twee decennia: van 1973 tot 1992. Frans van Dooren (1934-2005) publiceerde ruim de helft van de opgenomen vertalingen eerst in literaire tijdschriften. De rest kwam met het oog op deze bundel tot stand en was dus onuitgegeven.
De bloemlezing biedt naar zijn zeggen een ‘representatief tableau’ van acht eeuwen Italiaanse poëzie. Hij verdeelde die in vijf perioden (tussen haakjes het aantal dichters):
I. De Middeleeuwen en Dante (22)
II. Humanisme en Renaissance (27)
III. Van Contrareformatie tot Verlichting (27)
IV. Van Romantiek tot Decadentisme (20)
V. De Twintigste Eeuw (30)
Van Dooren maakt een onderscheid tussen wat hij noemt de ‘poëtische genieën’ en de anderen. Dit zijn zijn topdichters:
Francesco Petrarca
Ludovico Ariosto
Torquato Tasso
Ugo Foscolo
Giacomo Leopardi
Eugenio Montale
De overige dichteressen en dichters zijn er in totaal 116.
Van Doorens visie op vertalen
Onvermijdelijk de vraag wat de keuze voor opname in de bloemlezing bepaalde. Als ik het goed zie, liet Van Dooren zich leiden door drie overwegingen: zijn persoonljke voorkeur, de ‘vertaalbaarheid’ en de begrijpelijkheid.
Hij geeft in het nawoord ook inzicht in zijn visie op het vertalen. Zijn uitgangspunt is dat ‘formele en muzikale elementen van de poëzie doorslaggevend zijn voor de kracht van een poëtische boodschap’ (p. 443). Vorm en klank zijn dus richtinggevende criteria bij zijn vertaalwerk geweest. Dat leidde er onder andere toe dat hij met de algemene opbouw van een gedicht, de rijmschema’s en de versmaten terdege rekening hield.
Het is bijna overbodig te zeggen, dat Van Dooren zich niet kon vinden in de letterlijke vertaling van poëzie, want dat zou naar zijn zeggen geen poëzie opleveren. Hij spreekt liever van herdichten. Hij somt in dit verband drie interessante tegenstellingen op :
Speelse bewerking boven schoolse reproductie
Artistieke herschepping boven wetenschappelijke blauwdruk
Synthetisch-globale weergave boven analytisch-exacte omzetting
Volgens Van Dooren kan men bij het vertalen van poëzie niet heen om de subjectieve component. Het pleit voor hem, dat hij dit aan de lezers van zijn acht eeuwen Italiaanse poëzie van meet af aan duidelijk maakt. Zijn bundel bevat natuurlijk gedichten die ook — eerder of later — door anderen werden vertaald. Vergelijking met andermans versies is niet alleen een genoeglijke bezigheid, maar scherpt bovendien het kritisch vermogen. Beheerst de lezer of lezeres beide talen, dan komt er nog eens een dimensie van leerzaamheid bij.
In dit weblog verwijs ik meer dan eens naar Van Doorns werk, maar het gaat mij dan bijna altijd om de Italiaanse poëzie uit de 20° eeuw.
Aantekeningen bij Acht eeuwen Italiaanse poëzie
- Frans van Dooren, Gepolijst albast: Acht eeuwen Italiaanse poëzie. Baarn: Ambo, 1994. [Het boek is alleen nog antiquarisch verkrijgbaar.]
- Van dezelfde auteur: Frans van Dooren, Geschiedenis van de klassieke Italiaanse literatuur. Amsterdam: Atheneum-Polak & Van Gennep, 1999. Zie hier voor een recentie van Kees Fens in De Volkskrant van vrijdag 19 november 1999.
- Harold Hendrix schreef dit korte artikel over Frans van Dooren na de toekenning van de Martinus Nijhoff prijs voor vertalen. Zie hier voor het artikel in het tijdschrift Incontri.
- Over de vertaler hier een Brabantse website.
- Zie hier een wikipediapagina over Frans van Dooren.