Catharina Ypes vertaalde van Corrado Govoni Het trompetje voor haar bloemlezing uit 1960. Het gedicht verscheen voor het eerst in het begin van de 20° eeuw. Aan het taalgebruik te zien, zijn we aan het begin van het tijdperk van wat men noemt de ‘schemerdichters’. Hier volgt eerst de vertaling van Ypes gevolgd door enkele opmerkingen over varianten
Het trompetje
Dit alleen is nog over
van het feest met al zijn tover:
dat kleine trompetje;
het blik is blauw en groen geverfd,
het mondstuk als een tand zo blank ,
waar een klein meisje op blaast,
dat blootsvoets door de velden zwerft.
Maar in die lange, schrijnende klank
leven de witte en rode paljassen,
leeft het orkest met zijn gouden rumoer,
de draaimolen met de paarden, het orgel en de lichtjes:
zo, als in het laatste druipen van de goot
de hele verschrikking van de stormbui leeft,
de schoonheid van de bliksemschichten en de regenboog;
zo, als in het vochtige lichtje van een vuurvlieg,
dat dovend op een blad van de heidestruik beeft,
het hele wonder van de lente leeft.
La trombettina
Ecco che cosa resta
di tutta la magia della festa:
quella trombettina,
di latta azzurra e verde,
col bocchino bianco come un dente
che suona una bambina
camminando scalza per i campi.
Ma in quella nota sforzata e gemente
ci son dentro i pagliacci bianchi e rossi,
c’è la banda d’oro rumoroso,
la giostra coi cavalli, l’organo e i lumini:
come nel sgocciolare della gronda
c’è tutto lo spavento della bufera
la bellezza dei lampi e dell’arcobaleno;
nell’umido cerino d’una lucciola
che si sfa su una foglia di brughiera,
tutta la meraviglia della primavera.
Uit: Poesie scelte: 1903-1918, Ferrara: Taddei, 1918. Deze bloemlezing werd door de auteur gemaakt. Zes jaar later zou hij hetzelfde gedicht in een licht afgeslankte vorm opnemen in de bundel Il quaderno dei sogni e delle stelle, Milaan: Mondadori, 1924.
De vet gemarkeerde woorden heeft Govoni in de versie van 1924 weggelaten. Zie hieronder voor het gedicht uit 1924. Catharina Ypes had misschien beter deze versie kunnen vertalen.
La trombettina
Ecco che cosa resta
di tutta la magia della festa:
quella trombettina,
di latta azzurra e verde,
che suona una bambina
camminando, scalza, per i campi.
Ma in quella nota sforzata
ci son dentro i pagliacci bianchi e rossi,
c’è la banda d’oro rumoroso,
la giostra coi cavalli, l’organo, i lumini.
Come nel sgocciolare della gronda,
c’è tutto lo spavento della bufera,
la bellezza dei lampi e dell’arcobaleno;
nell’umido cerino d’una lucciola
che si sfa su una foglia di brughiera,
tutta la meraviglia della primavera.
Aantekeningen bij Corrado Govoni Het trompetje. Een gedicht. Vertaling C. Ypes
- Klik hier voor informatie over de ‘schemerdichters’.
- Het gedicht vindt men in Catharina Ypes, in: Olijven en zilveren populieren, pp. 20-21. Zie deze post over het boek.